Weerribben Zuivel
Aan de Veldhuisweg in het dorpje Nederland aan de rand van de Overijsselse Weerribben heeft de familie de Lange een biologisch melkveebedrijf. Het bedrijf is uitgegroeid tot vier locaties met ruim 500 ha grond die natuur inclusief wordt bewerkt. Met de natuur als bondgenoot ontwikkelde de familie hun bedrijf Weerribben Zuivel in Nederland. Het bedrijf verwerkt dan ook nog de melk van 25 biodynamische melkveehouders tot Zuiver Zuivelproducten. Daarbij is er op een andere plek een zorgboerderij. In dit verhaal beperken we ons tot de activiteiten die bij de locatie Veldhuisweg 9 behoren. Bij alle bedrijven, inclusief verwerking en transport werken 80 mensen.
Ontstaan Weerribben
Klaas de Lange: ‘’uit verschillende bronnen blijkt dat In de Kop van Overijssel al sinds 1300 turf uit het drasveld (laagveen) werd gewonnen. Rond die tijd vestigden zich Kruisbroeders in Giethoorn. Ze ontgonnen het veen en ontdekten op kleinschalige wijze dat gedroogde veenbagger goede brandstof vormt. Pas vanaf 1600 vond de winning grootschaliger plaats; de turf werd verkocht naar de steden van Holland. De turf werd per schip naar Kuinre, Zwartsluis of Blokzijl vervoerd en vandaar over de Zuiderzee naar de steden in het westen van Nederland. De turfwinning kwam het eerste op gang in het gebied ten zuiden van het Steenwijkerdiep. De turf werd in N.W. Overijssel gewonnen door middel van turftrekken vanuit een bootje, slagturven genaamd. De turf werd opgebaggerd uit trekgaten (‘weren’) en te drogen gelegd op ‘ribben’. Omdat men de trekgaten te breed en de ribben te smal maakte kon tijdens de zware noordwesterstormen van 1776 en 1825 het binnendringende water grote gebieden veranderen in meren. Op deze manier zijn bijvoorbeeld de Beulaker- en de Belterwiede ontstaan.
Na deze rampen werd de turfwinning strenger gereglementeerd. Er werden voorwaarden gesteld aan de breedte van de ribben. Daardoor kon ten noorden van het Steenwijkerdiep – waar de turfwinning pas in 1700 begon – het landschap van De Weerribben ontstaan. Vanaf 1760 kwam er meer turf uit De Weerribben dan uit het gebied rond Giethoorn. In 1795 werkte 15% van de bevolking van Noordwest-Overijssel in de turfmakerij; in Kalenberg was dit 80%, in Giethoorn 55%.’’
Ons bedrijf in Nederland
‘’Ons bedrijf zit al vier generaties in de familie en drie van onze kinderen, de vijfde generatie, zijn bezig onze bedrijven over te nemen. In 1915 nam Klaas de Lange, waar ik naar genoemd ben, het bedrijf over van mijn overgrootvader. 44 jaar later, in het jaar van droge zomer 1959 nam mijn vader Harm, de boerderij weer van hem over. Op dat moment telde het bedrijf 10 koeien die twee keer per dag met de hand werden gemolken. De melkbussen werden met de boot vervoerd. In 1984 besloten mijn vader en ik om het bedrijf om te schakelen naar een biologische melkveehouderij.
Vanaf 1992 begon ik samen met mijn vrouw Annie melk tot zuivel te verwerken. Op enig moment wilden wij een nieuwe stal bouwen, dat konden wij echter alleen voor elkaar krijgen op de plek waar we nu zitten, iets meer op afstand van het oorspronkelijke natuurgebied. Dat was wel heel mooi, maar het was buiten het oorspronkelijke dorp Nederland. Wij verkochten onze zuivel toen ook als ‘’Weerribben Zuivel Nederland’’. Ik heb toen een gesprek aangevraagd met de burgemeester van destijds met het verzoek ‘’Kunnen we Nederland niet iets groter maken” Die had er wel oren naar, bestuurlijk en bestemmingsplan technisch kon het worden geregeld. Zodoende kon ons bedrijf zich in ‘’Nederland in de Weerribben’’ verder ontwikkelen. We zijn met de zorgboerderij en verdere vergroting van de melkveestapel op andere plekken door gegaan met de ontwikkelingen. Wat onze bedrijven betreft, het moet overzichtelijk blijven, het moet geen megastal uitstraling krijgen, er moet een zekere aaibaarheidsfactor blijven. De productie op ons bedrijf bedraagt om en nabij de 8500 kg melk per koe met een ureum getal van 18 en met het natuurland erbij berekend zitten wij op één koe per hectare. Ik zeg altijd dat ik geen goede boer ben. Collega boeren hier in de omgeving doen het veel beter en hebben veel hogere producties per koe.’’
Onze bodem
‘’Onze bodem is essentieel voor de productie van gras en klaver met zo weinig mogelijk hulpbronnen. Goede kwaliteit mest activeert het bodemleven, het zijn de wormen, de schimmels en de micro-organismen die hun werk goed moeten kunnen doen. In een lepel vol grond zitten er evenveel als er mensen op aarde zijn. Goede vruchtbare grond gaat ook meer werken als een spons die meer water kan opnemen bij slagregens en water langer vasthoudt bij droogte. Eerlijk gezegd hadden wij de laatste vier droge jaren (van de vijf) weinig last van verdrogingsverschijnselen. We zijn dus minder kwetsbaar op dat punt.’’
Boeren met natuur
‘’In de jaren tachtig ben ik met Natuurmonumenten en Staatsbosbeheer in gesprek gegaan. Ik zag dat ze moeite hadden om het beheer van hun graslanden rond te zetten. Ik heb ze gevraagd ons erbij te betrekken. Daar hebben ze gehoor aan gegeven en daaruit is een mooie samenwerking ontstaan. Dat heeft ons ook veel opgeleverd want we konden via het extensieve natuurbeheer ons bedrijf verder uitbouwen. We hebben veel maatregelen in onze bedrijfsplannen gegoten, zo is ons landschap aangepast voor de zeldzame rode lijstsoorten grote vuurvlinder en het paapje. De aanpassingen in het landschap omvatten 25 tot 30 procent van ons areaal gewone landbouwgrond. Op het boerenland is het meeste te winnen. We moeten niet vergeten dat de maatschappelijke visie op het boeren is veranderd, maar ook de noodzakelijkheid van veel produceren tegen zo laag mogelijke kosten. De vruchtbaarheid van de bodem en de biodiversiteit is, naar mijn idee, in zijn algemeenheid toch wel achteruitgegaan op het boerenland.’’
De weidevogels
‘’Evenals veel andere gespecialiseerde weidevogelbedrijven doen wij aan plasdras om de jonge kuikens de gelegenheid te geven van de larven te eten die hierdoor aan de oppervlakte komen. Ik ben blij met het Aanvalsplan Grutto onder leiding van Pieter Winsemius. Die pakt het breed aan, betrekt coöperaties en banken erbij, laat zich niet afschepen. Gebieden met 1000 hectare bij elkaar met daaraan gekoppeld een langjarig verdienmodel, dat is wat het kansrijk moet maken. Als we nou niet doorpakken raken we onze weidevogels kwijt. Bij dat alles past een goed predatiebeheer van de predatoren. Het gaat dus wel om een brede totaalaanpak’’.
Gouden grutto
‘’In 2022 ontving ik de gouden grutto, ik was wel totaal verrast, we zijn met ons bedrijf maar een klein postzegeltje. Louiset voorzitter en jurylid van de Stichting Deltaplan Biodiversiteitsherstel vatte het als volgt samen: ‘’het bedrijf heeft een ‘All-inclusive aanpak’ voor biodiversiteitsherstel voor de Gouden Grutto 2022. “Met gebruik van onder andere vaste mest in plaats van drijfmest, mozaïekbeheer op kruidenrijk grasland en een hoog grondwaterpeil, doet Klaas veel voor de natuur’’ De jury bestond verder nog uit Alex Datema van Boeren Natuur en Andrea Kuiper van Vogelbescherming Nederland, Nel Sangers, directeur van Grauwe Kiekendief – Kenniscentrum Akkervogels en Douwe Hoogland, gedeputeerde voor Natuur in de provincie Fryslân. De 5000 euro die we er bij kregen gaan we besteden aan een pomp om nog een extra plasdras aan te leggen. De creatie van plasdras met behulp van een pomp is in een aantal jaren een begrip geworden in weidevogelland.’’
Onze biologische producten
‘’Onze 260 koeien hebben een ‘koe comfortabele’ stal met veel strooisel, loopruimte en frisse lucht. ’s Zomers lopen ze natuurlijk lekker in de wei. Ze worden gemolken in 4 robots. Onze producten worden zoveel mogelijk op ambachtelijke wijze gemaakt. De producten krijgen de tijd om smaak te ontwikkelen, de verwerkingsmethodes lijken op die van vroeger. Om een voorbeeld te noemen, de Griekse yoghurt wordt warm afgevuld waardoor deze een mooie dikke structuur krijgt. Het verschil met vroeger is wel de korte keten tijd. Direct na het melken wordt de melk in de eigen naastgelegen fabriek gepasteuriseerd en verwerkt. Dat maakt de keten heel kort: melk die de ene dag door de koe wordt geproduceerd, staat de volgende dag al in het schap. Hoe: de vers gemolken melk gaat via een buizenstelsel in de daarnaast gelegen productielocatie direct tot zuivelproduct verwerkt worden en binnen no-time staat het in de winkel. Ons handelsmerk, zo bijzonder: wij verkopen niet zomaar producten, wij verkopen oer-Hollandse producten, gemaakt van biologische of biodynamische melk die amper een dag oud is. Nergens anders kun je zuivelproducten zó vers op tafel zetten.’’
Productiekenmerken 25 leveranciers
‘’Weerribben Zuivel werkt op diervriendelijke wijze en zonder chemische bestrijdingsmiddelen en kunstmest op het land waar hun dieren op grazen. Biodynamische landbouw heeft naast de biologische voorwaarden nog specifieke biodynamische eisen: de boeren hebben veelal een gemengd bedrijf, streven naar voer en mest van eigen bedrijf en de dierenwelzijnseisen zijn nog hoger dan bij de reguliere biologische landbouw zoals behoud van hoorns bij koeien.’’
Toekomst
‘’Voor onze bedrijven willen we onderscheidend blijven. Drie van onze kinderen zijn nu al (min of meer) verantwoordelijk voor de verschillende bedrijven. We hopen ze in zelfstandige delen over te dragen. Voor ons telt als kleintje de uitspraak ‘’Het is goed dansen rondom de poten van de Mammoet’’. In het volle besef dat we ons steeds moeten waarmaken. Verder in zijn algemeenheid gesproken: de landbouw zit in een transitie waarbij ze min of meer klem zit tussen enerzijds de maatschappelijk hoog gestelde eisen om dier- en natuurvriendelijk te produceren en anderzijds is het de wereldmarkt met lagere gestandaardiseerde eisen aan de producten die voor een belangrijk deel prijsbepalend zijn en blijven voor de opbrengstprijs voor de Nederlandse- Europese boeren. Om daar een goed toekomstperspectief uit te ontwikkelen zal een hele uitdaging worden.’’