Struisvogelboerderij Monnikenwerve

Aan de Hogeweg in de Sint- Pieterdijkpolder in de nabijheid van het plaatsje Sluis op Zeeuws-Vlaanderen ligt het struisvogelbedrijf van familie de Bruijckere. Het bedrijf wordt gerund door Floris en Femke en zijn ouders Susanne en Theo, terwijl hun kinderen Bouke en Sjoerd ook af en toe een handje mee helpen. Voor de verschillende leeftijdsgroepen struisvogels (totaal ruim 200) is er stalruimte met grote buitenruimten, de vogels kunnen zelf kiezen tussen binnen en buiten. Bij het bedrijf is ruime parkeergelegenheid, een fraaie ontvangstruimte en een winkel waar alle producten gemaakt van de struisvogels zijn uitgestald. Ook Susanne haar moeder staat af en toe nog in de winkel. Een echt familiebedrijf. Op de nabijgelegen akkers wordt het voer grotendeels door hen zelf verbouwd.

Historie gebied
Ons bedrijf ligt aan de Hogeweg, een weg in de Sint Pieterspolder op de plek waar tot omstreeks 1960 de Aardenburgse vaart stroomde van Aardenburg naar het Lapscheurse gat. Dit was eeuwenlang een belangrijke afwatering. De Sint Pietersdijkpolder werd na enkele overstromingen in 1583 en 1621 opnieuw ingedijkt in 1650.

Bron internet, scan van gerestaureerde schilderij van oud Aardenburg

De naam Sint-Pieter verwijst steeds naar de Gentse Sint-Pietersabdij die hier in de Middeleeuwen het tiendrecht bezat en ook ten tijde van de aanleg van de dijk nog belanghebbende was. In of aan de rand van de polder liggen tal van overblijfselen van de Staats- Spaanse linies, zoals de Elderschans, de Kruisdijkschans en de Krabbeschans. Ook ligt in de polder een bescheiden restant van de Krabbekreek. De polder wordt begrensd door de Wallen van Aardenburg, de Sint- Pietersdijk en de Rondweg.

Openingsceremonie van ons struisvogelbedrijf in 1997

De plaats Aardenburg was al bewoond in de Middensteentijd, maar werd pas een werkelijk grote nederzetting in de Romeinse tijd, toen na 174 een castellum werd gebouwd voor de kustbewaking van de grenzen van het Romeinse Rijk. Aardenburg lag toen nog aan een riviertje, dat een verbinding met de zee gaf.

Ontstaan Struisvogelboerderij
Floris: ‘’Mijn ouders waren met ons als  gezin tijdens de paasdagen in 1997 op vakantie in Drenthe en onderweg naar Assen zagen we struisvogels. We kregen van de eigenaar een rondleiding, waren ervan onder de indruk en konden het niet los laten.  We zijn er weer terug geweest, hebben ons zo goed mogelijk laten voorlichten, ook door een dierenarts in Aardenburg. Struisvogels gaven vanaf dat moment een andere richting aan ons kleine akkerbouwbedrijf. Het was een sprong in het diepe, echt pionieren. Vrijwel direct erna zijn we aan de slag gegaan met onze stal en weiden en 3 maanden laten arriveerden de eerste struisvogels. Omdat we alles moesten leren hebben we ook tegenslagen gekend maar in de loop van de tijd ook veel leuke dingen meegemaakt. Uit de eerste serie dieren hebben we zo’n twintigtal dieren geselecteerd, onze eerste broeddieren. We hebben ook wel eens een serie kuikens bij een collega gekocht om inteelt te voorkomen. We moesten op zoek naar een slachthuis om ze te laten slachten, versnijden en in te pakken. Dan zijn er de huiden, daartoe is een   weg gezocht hoe deze te verwerken en tot waarde te brengen. Vanaf de start hebben we de omgeving erbij betrokken en dat heeft ertoe geleid dat het toeristische karakter met de ontwikkeling van het bedrijf is meegegroeid. Daarnaast vonden we de historie van deze vogels heel belangrijk.’’

Struisvogelpaar met jongen in Afrika

Historie Struisvogel
‘’
De struisvogel is geen vlieg vogel maar een loopvogel. Ze kunnen wel een snelheid van 70 km per uur halen. Het skelet onderscheidt zich niet wezenlijk van vliegende vogels. Door hun gewicht in verhouding tot hun vleugels kunnen ze echter niet vliegen en zullen ook nooit over de 2m hoge afrastering heenvliegen. De Afrikaanse struisvogel is de enige nu nog levende soort die verwant is aan onze struisvogel. Ze leven in de natuur met volledige families bij elkaar, vaak in groepen tot 20 dieren. Deze families kunnen zich verzamelen tot hele grote kuddes naar wel 500 dieren. Een struisvogel kan in de woestijn wel 30- 40 jaar oud worden. De jonge struisvogels zijn in de natuur echter heel kwetsbaar door de zorg voor voedsel, zoals bessen van struiken, bladeren van bomen en kleine insecten.

Een voerkist wordt gevuld met luzerne

In Afrika werd er ook wel op de dieren gereden, niet als rijdier maar als volksvermaak, er kon ook op gewed worden. Bij ons is dat niet toegestaan.’’                                  

De voeding van geboorte tot slacht
‘’
Als het kuiken geboren wordt weegt het 800- 1000 gram. Eenmaal uit het ei gekropen hebben ze nog weinig energieactiviteit. Ze hebben dan nog wel voeding bij zich van het ei dat 1500 gram woog. Na 3 dagen gaan ze naar een ander verblijf onder een warmtelamp waar ze voor het eerst eten en drinken krijgen. Voor een goede voorbeeldfunctie voegen we een kuiken van een kip bij. Dat activeert het jonge kuiken. Een kuiken van een kip weet van eten en drinken en een struisvogelkuiken niet. Aan het drinkwater voegen we vitaminen en mineralen toe. Na 3 maanden zijn ze zover dat ze een ander rantsoen krijgen van het voer dat we voor het grootste deel zelf verbouwen. Zoals: luzerne, vers of gedroogd, vers gras, ingekuilde mais, tarwe en gerst.

Het…..wordt overgestort in…..

Op de leeftijd na 6 maanden krijgen ze weer een iets ander rantsoen, dat kunnen gesneden voeraardappelen (afgekeurd voor humane consumptie), korrelmais, hier zijn ze verzot op, voercapucijners en onderhoudsmeel met vitaminen en mineralen. Afhankelijk van de leeftijd krijgen ze allemaal meer of minder kalk toegevoegd voor de ontwikkeling van het beenwerk en voor de eierschalen. Voor de moederdieren is het wintervoer gevarieerder, zoals bietenpulp, verse luzerne, vers gras, legmeel enz. Het eten is voor alle leeftijdscategorieën zo gevarieerd mogelijk. Waar we erg voor moeten opletten is dat een struisvogel naar alles pikt, er mag geen verontreiniging in de wei liggen, zoals bv. spijkers dat kan ‘’’scherp’’ veroorzaken. (Inwendige verwondingen) Het zijn ook insecteneters, tot zover ze overal bij kunnen blijft het vrij van insecten. Het drinkwater wat we ze verstrekken wordt opgevangen van de daken. Ze eten ook steentjes, dit heeft tot gevolg dat het voedsel in de maag goed wordt gemalen.’’

Het bruidsritueel en de voortplanting
‘’
Als een haan een hen voor zich wil versieren gaat hij liggen walsen, hij gaat daarbij op zijn knieën zitten, zet zijn vleugels volledig op zijn rug en beweegt zijn vleugels en nek van links naar rechts. Hij heeft daarbij een lokroep voor de hen, blaast lucht uit de luchtpijp in de mond en houdt de snavel op elkaar waardoor er een dikke nek ontstaat. Hij is in staat tot welluidende roepklanken en tot op grote afstand is de baltsroep te horen dat lijkt op het geluid van een koe. De hen is paringsrijp vanaf het derde jaar. Samen met twee hennen van twee jaar oud vormt hij een trio. De hanen vechten onderling nauwelijks, als hij te weinig aandacht schenkt neemt een andere haan het over. Een rustige omgeving is belangrijk in paringstijd. Als de hen een ei moet leggen zorgt de haan dat er een put gemaakt wordt waar de hen het ei in kan leggen. In de paringstijd heeft de haan de neiging het ei en de hen te beschermen voor vreemden. De paringstijd loopt van februari tot oktober.’’

Het leggen van de eieren
‘’
Struisvogels beginnen eieren te leggen als ze twee jaar oud zijn. Het eerste jaar zijn dat er nog maar een paar. Eenmaal goed aan de leg kunnen dat er 30 tot 40 per jaar zijn. Het legseizoen begint eind februari, begin maart. Een struisvogel hen kan tot 35 jaar eieren produceren. In het begin van het seizoen zo nu en dan, maar midden in de zomer kan ze enkele weken om de dag een ei leggen. Bij ons leggen ze deze meestal eind van de middag, begin van de avond. De eieren wegen gemiddeld 1.5 kg en ze zijn tussen de 13.5 en 17.5 cm lang. De eieren zijn bijzonder sterk en kunnen een gewicht tot 100 kg dragen. De schaal is poreus en 2mm dik.’’

Het struisvogelkuiken
”Als het kuiken helemaal uit het ei is kun je zien hoe mooi ze zijn. Za hebben allemaal dezelfde mooie tekening op de nek en dezelfde bruine veren. Het is nog niet te zien of het een hen of haan is. Deze bruine kleur is eigenlijk een schutkleur voor in het wild zodat ze zich goed kunnen verstoppen in de vaak dorre natuur. Na één jaar veranderen ze van kleur, hanen worden zwart en hennen worden grijs. Soms wordt er een kuiken geboren dat helemaal wit is en soms eentje die bijna zwart is. Dat zijn mooie uitzonderingen die horen bij deze prachtige vogels. Maar we weten niet of het hennen of hanen zijn. Wat we wel weten is dat zwarte kuikens in de natuur kwetsbaar zijn. Ze kunnen zich niet verstoppen. Een pasgeboren struisvogel kan meestal na een paar uur zijn hoofdje optillen en na één dag gaat hij voorzichtig staan. De eerste dagen draagt het kuiken nog de dooierzak bij zich waarin zich nog veel voeding bevindt.’’

Gelooid struisvogelleer in Oudtshoorn

Ervaringen in Zuid Afrika
‘’
Om kennis, ervaring en inspiratie op te doen voor een vierkantverwaarding van alles wat van een struisvogel te gebruiken is en gemaakt kan worden hebben we Zuid- Afrika bezocht. De stad Oudtshoorn is de wereldhoofdstad op het gebied van struisvogels. Door hier contacten te leggen met collega’s en een veearts die is gespecialiseerd in struisvogels hebben we echt iemand waar we feed- back mee kunnen hebben. Ze zijn op hun beurt ook bij ons op bezoek geweest en zo kunnen we kennisuitwisseling mooi vormgeven. We hebben er ook een verenfabriek bezocht en we vonden een gespecialiseerd looierij waar we onze eigen huiden kunnen laten kleuren. We hebben leuke ideeën opgedaan om er tassen, riemen, portemonnees etc. van te laten maken. Daarnaast ontmoetten wij mensen op straat die sleutelhangers met struisvogelveren en beschilderde eieren verkochten. Ook werd er zeep verkocht op basis van struisvogelolie.’’

Onze expositie en verkoopruimte

Toerisme en afzet producten
‘’Vanaf het begin trokken wij de aandacht vanuit de toeristische sector. Het werd steeds concreter en in 1998 hebben we onze eerste tearoom officieel geopend bij aanvang van het eerste open weekend, Pinksteren 1998. We hoopten op enkele honderden bezoekers, maar het werden er enkele duizenden. Daarmee was een nieuwe traditie geboren. Sindsdien wordt er elk jaar een gratis Open Weekend georganiseerd. Van maart tot november ontvangen we groepen, scholen, losse toeristen enzovoort. Deze activiteiten helpen mooi om onze producten onder de aandacht te brengen. Het past in ons totaalconcept. Alles van de struisvogel kan worden genuttigd en/of worden gebruikt. Van paté tot advocaat en gevarieerde vleespakketten. Ik vind het inspirerend om op deze manier met kringlooplandbouw bezig te zijn. Ik hoop hiermee samen met mijn familie een mooie toekomst tegemoet te gaan.’’

Bronnen: Struisvogels op de boerderij, ISBN: 978-90-9021485-6, foto’s Struisvogelboerderij Monnikenwerve en (3) W. van der Heide