Rietteelt- en Timmerbedrijf in Kalenberg

Willem Limburg heeft in Kalenberg, gelegen in het Nationaal Park ‘’De Weerribben-Wieden’’ een rietteeltbedrijf. Hiertoe wordt er 24 hectare rietgrond van Staatsbosbeheer gepacht. Het is Kalenbergerriet, riet dat wordt geteeld en gesneden in het “Weerribben’’ gedeelte van het nationaal Park, in Noord West Overijssel. Het gehele Nationaal Park is ook wel bekend als het gebied waar het beste kwaliteitsriet van Nederland groeit. Er zijn veel verschillende rietsoorten, met verschillende kwaliteiten. Naast de rietteelt is Willem Limburg ook ‘’Erkend Natuurbeheerder.’’

1930 Aanleg kanaal Ossenzijl naar Steenwijk Hist.ver. Kalenberg

Historie gebied en nu
Willem Limburg: ‘’Vanaf de tijd dat Kalenberg werd gesticht in de middeleeuwen, tot kort na de Tweede Wereldoorlog werd er in dit gebied turf gewonnen. Nadat de turf gestoken was, moest dit drogen op de zogenaamde “ribben”, smalle stroken land die met opzet hiervoor gespaard werden, ook wel legakkers genoemd. Soms sloegen deze ribben weg bij slecht weer of doorbraken van de zee, zo ontstonden de Wieden. Naarmate uit het vergraven veen steeds grotere watervlakten ontstonden ging men over op de visserij, en nadat die verland raakten, ook op de rietteelt. Veel bewoners van de streek waren vanouds zowel boer als visser en rietsnijder. Toen in 1919 een gemaal gebouwd was begon een proces van verdroging. Dit proces werd versterkt door de inpoldering van de Noordoostpolder. Vanaf de jaren dertig werden grote gebieden langs het Steenwijkerdiep drooggelegd en tot gras- en bouwlanden ontgonnen, zodat de Weerribben en de Wieden gescheiden raakten. Tussen de zo ontstane polders als Halfweg, Gelderingen en Giethoorn werd het nieuwe dorp Scheerwolde gebouwd. De ontginning van de polders Wetering-Oost en Wetering-West bleef onvoltooid, waardoor ten noorden van Scheerwolde op drooggelegde, maar niet ontgonnen grond het Woldlakebos kon ontstaan. Het gebied de Weerribben is nu anno 2022 3500 hectare, in 1992 nog 3000 hectare.  Het vormt samen met de Wieden, ‘’Nationaal Park De Weerribben-Wieden’’, anno 2022 10.500 hectare groot ‘’

Ons bedrijf
‘’Wat ons bedrijf betreft, als kleinzoon van een rietteler/rietdekker, ben ik er van jongs af aan ingegroeid en heb ik een jarenlange ervaring opgebouwd in het riet. Mijn ‘grootvader heeft in de jaren zestig zijn rietland verkocht aan Staatsbosbeheer en is het vervolgens blijven pachten. Deze pacht heeft mijn oom overgenomen. Ik zelf heb eind jaren negentig een bedrijf met 24 hectare pacht overgenomen. Deze bestaat uit een klein gedeelte cultuurrietland, circa 7 hectare trilveen, 9 hectare veenmosrietland, 1 hectare water en anderhalf hectare moerasbos. Vergoedingen hiervoor zijn verschillend, cultuurrietland kent de laagste vergoedingen en trilveen- en veenmosrietland de hoogste. Ik vind het boeiend, ik ken elk perceel, elke plek en weet waar ik na een natte periode het eerst weer aan het werk kan.’’

Erkend Natuurbeheerder
’’Naast alle kennis over de rietteelt ben ik ook ’Erkend Natuurbeheerder.’  ‘De Erkend Natuurbeheerder’ is door de overheid in het leven geroepen en staat officieel geregistreerd bij het LNV.  Als erkend natuurbeheerder werk ik voornamelijk voor mijzelf omdat ik het belangrijk vind dat je je werkgebied kent en er goed mee om weet te gaan. Daarnaast bied ik ook mijn diensten aan bij Overheid, Gemeenten, Staatsbosbeheer en Natuurmonumenten en aan particulieren die bijvoorbeeld de natuur om hun woning heen willen verbeteren en behouden. Zo’n prachtig natuurgebied verdient mensen die er een band mee hebben en er ook veel kennis over hebben.
In de toekomst zullen er zaken veranderen, het afvoeren van sluik en o.a. gewassen groeiend in natuurgebieden die in de zomermaanden gemaaid worden. Wat te denken van de noodzaak van het terugdringen van residuen uit geneesmiddelen die via riool overstorten indirect binnenwateren binnendringen?’’

Onderhoud eigen rietlanden
‘’
Heel belangrijk voor mij is het onderhoud van mijn eigen rietlanden, dit om voldoende riet opbrengst te verkrijgen. Van januari tot eind maart kunnen we afplaggen. Ik bekijk het per perceel en het grote onderhoud vindt gemiddeld 1 keer in de 5 jaar plaats met toestemming van Staatsbosbeheer. Nadat er gemaaid is wordt het land gefreesd (10 tot 15 cm diep) waarna men met de kraan de losse bovenkant eraf schraapt. Hierdoor krijgt de rietwortel weer meer licht. Na 1 jaar heb ik weer een optimale opbrengst. Het is belangrijk de waterhuishouding op peil te houden. Riet voelt zich het best wanneer ze met de voeten in het water staat. Het is een waterplant en voor een goede oogst wordt er tussen november en maart aandacht besteed aan het uitbaggeren van de sloten en watergangen’’..                                      .

Verbossing tegengaan
‘’
Wilgen, berken en elzen zijn bomen die het naar hun zin hebben in de ribben. Ze groeien overal! Om dat tegen te gaan, verbossing noemen we dat, moet er veel en met vaste regelmaat gesnoeid worden. Zowel in het rietland waar deze bomen spontaan wortelschieten als ook de boswallen en de zomermaai gebieden vragen om dat onderhoud.’’

Van rietplant tot op het dak

Links Willem Limburg staand op een legakker, rechts een schoof

‘’Voordat het riet op uw dak ligt is er heel wat aan vooraf gegaan. Vanaf december tot half april wordt het riet gemaaid/gesneden. Het Nationaal Park biedt voldoende kwaliteitsriet dat we maaien met een rups of een één assige rietmaaier. Wanneer we maaien met een één assige rietmaaier maken we het riet schoon in het land (sloeken). Na het schoonmaken worden er veldbosjes van gemaakt welke tot half mei/eind mei op het land blijven drogen Daarna gaan ze op de platbodem en vervolgens naar de loods om verder te drogen en daar te binden.

Een zwil riet

Het afval (sluik) wordt dan terplekke in het rietland verbrand. Wanneer er gemaaid wordt met de rups gaan de balen riet direct naar de loods waar ze worden schoongemaakt, daarna gedroogd en doorgebonden tot bosjes van 46 cm omtrek. Dit zijn de voornaamste werkzaamheden voor het telen van riet. 4 maanden in het jaar ben ik actief om het riet zo snel mogelijk in de loods te krijgen. Daarbij is het van groot belang dat het DROOG is. Dus maaien in regen, mist, sneeuw, enz. is niet doelmatig, aangezien nat riet gaat rotten /schimmelen. Als rietteler ben je dus erg afhankelijk van het weer. De kwaliteit herkent men het best aan de dikte van de rietwand. Dat wil zeggen: als je riet afsnijdt, moet de wand van de rietstengel zo dik mogelijk zijn. Het riet slijt zo minder snel, het belucht beter. Strenge winters met veel vorst en geen sneeuw hebben de voorkeur, dan kunnen we overal mooi bij. Om te kunnen blijven maaien is onderhoud van het land erg belangrijk.

Herbouwde Spinnekopmolen Weerribben

Vanaf oktober wordt er aandacht besteed aan het uitbaggeren van de sloten en watergangen. Vroeger verkocht ik het riet aan een vaste afnemer zodat ik het regelmatig hier en daar op het dak zag liggen. Nu gaat het naar een afnemer verder weg’’.

Zomermaaien
‘’Naast de rietteelt, is er nog het onderhoud aan de percelen waar geen riet groeit maar waar wel veel flora en fauna is. Dit noemt men percelen met een hoogwaardige natuurdoelstelling. Deze gebieden mogen alleen gemaaid worden in de periode 15 juli tot 15 september daarvoor een periode 1 mei tot 15 juni en vanaf dat moment heeft men rekening te houden met het bloeiseizoen (planten moeten hun zaad geloosd hebben) en het broedseizoen. Het is binnen de tijdstermijn zoeken naar de juiste momenten. Het zomermaaien wordt alleen in de zomer gedaan om de natuur zo min mogelijk te verstoren. (Blauwe knoop) is een van de bijzondere planten.’’

Branden nu en in de toekomst!!
‘’Momenteel is men druk bezig een ‘’oplossing’’ te vinden om niet meer te branden in de Weerribben. Dit houdt in dat het afval van het riet (sluik) en het maaisel van het zomermaaien buiten het gebied afgevoerd moet worden. Beleidsmakers stellen dat de brandplekken storingsplekken zijn voor de vegetatie, nl. waar gebrand is gaat de flora verloren. Uit eigen ervaring plaats ik hier een grote kanttekening bij; brandvlekken leveren veel nektarplanten op voor de vuurvlinder. Bij het branden wordt rekening gehouden met zo weinig mogelijk overlast voor plaatselijke bewoners en toeristen in het gebied. Het afvoeren kost ook heel veel energie omdat het allemaal over water moet gebeuren met platbodems. Vervolgens moet het overgeladen op vrachtwagens en verder weg getransporteerd te worden’’.

Excursies vroeger
‘’Ik nam de gasten mee naar de rietvelden die ikzelf bewerkte, daar vertelde ik over het ontstaan van het Nationaal Park de Weerribben. Het oogsten van het riet, het onderhoud van de rietvelden, het zomermaai-beheer, kortom alle werkzaamheden die een rietteler moet doen om ieder jaar een zo goed mogelijke rietopbrengst te behalen en die er verder toe bijdraagt om dit natuurgebied in stand te houden. Ik liet dan ook verschillende natuurdoelstellingen zien zoals tril-veen en veenmosrietland. Wanneer men vroeg in het voorjaar was half maart t/m half april, kon men zelf ervaren hoe het voelde om over tril-veen te lopen.’’

De Tjasker

De Tjasker

‘’In de jaren zestig heeft de bekende tjaskerbouwer Roelof Dijkstra opnieuw enkele Tjaskers gebouwd. In 1963 bouwde hij in opdracht van Staatsbosbeheer er een in het natuurreservaat De Weerribben voor de bevloeiing van rietland. Nieuwe inzichten met betrekking tot natuur- en milieubehoud luidden de bescheiden opleving van de tjasker in; sinds 1963 is het toen overgebleven bestand van drie molens uitgebreid naar vijftien. Na 1970 werden verder diverse molens nieuw gebouwd.’’

Toekomst
‘’We zijn aangesloten bij de Algemene Vereniging voor de Rietcultuur in Nederland AVRN afdeling Oldemarkt. Gezamenlijk komen wij zo op voor onze belangen. Ik zie helaas te veel vergrijzing onder onze riettelers. Het grote verschil met vroeger is dat veel boeren tegelijk ook rietteler waren, zodoende kwamen er meer meststoffen in het riettelersgebied.

De ene boer had wat schapen, de andere wat koeien, het lijkt erop dat er een tekort aan opneembare voedingstoffen voor de rietteelt is ontstaan. Het riet werkt in de praktijk ook als een soort van filter om voedingsstoffen eruit te filteren, zie de hedendaagse toepassing van helofytenfilter bij afvalwaterzuiveringen.

Hoe zal het gaan als om het gebied heen nog meer boeren verdwijnen? Wie gaat het allemaal onderhouden?  Ik zie helaas ook een toenemende verbossing.Ik heb dus wel zo mijn zorgen over de toekomst van de rietteelt, het Weerribbengebied als waardevol Nationaal erfgoed.’’