Melkveehouderij ‘’De Oude Waal’’ Aan de Ooijse Bandijk te Ooij ligt het melkveebedrijf van de familie Poelen. Johan en Geneviève runnen het bedrijf en wonen er met hun twee kinderen; Pepijn, Bloeme en Luc is uitwonend. Bij het bedrijf ligt 90 hectare grond waarvan zij 10 hectare pachten op basis van een 3-jarige pacht van Staatsbosbeheer, deze wordt alleen beweid. Er is een ligboxenstal voor 160 melkkoeien van het Holstein Frisian ras en het bijbehorend jongvee wordt in andere gebouwen gehuisvest. De koeien worden gemolken in een 2x 14 rapid exit zij aan zij systeem.
Op de landerijen is langs perceelsranden 2 hectare ingeplant door de Vereniging Nederlands Cultuurlandschap. Er is een koffiehuis ‘’De Oude Waal ‘’ genaamd.
Historie gebied
In de Middeleeuwen was Kasteel De Ooij het middelpunt van de gelijknamige heerlijkheid waarvan tegenwoordig nog delen van de voorburcht met de helft van het knechtenhuis, het stalgebouw en een duiventoren aanwezig zijn. Een heerlijkheid was het grondgebied waar binnen een heer op grond van een leenovereenkomst het recht had, het gezag over de bewoners uit te oefenen in naam van degene en die de volle eigendom van het gebied had. De heer was dus niet eigenaar van het gebied, maar bezat het recht als immaterieel goed, vaak bleven bepaalde gezag rechten bij de eigenaar. Naast het bestuur over een gebied had de heer ook meestal gebruiksrechten en had hij verplichtingen aan de eigenaar, zoals afdracht van een deel van de opbrengsten en het leveren van bijstand bij oorlogsvoering. Het woord ooi is hier een gewestelijke nevenvorm van het Middelnederlandse ‘ouwe’, en dat betekent: door water omgeven land.
Zie bijvoorbeeld ook landouw, wat dezelfde basis heeft. Het woord ooi komt verder vooral voor in toponiemen, waaronder Ooij en de Ooijpolder in Gelderland. Na de Romeinse tijd steeg het waterpeil. Omdat er nog geen dijken lagen had de Waal vrij spel. In de loop der tijd zet de Waal echter zoveel klei en zand af, dat er weer bewoonbaar land ontstaat. Op een zandheuvel verrees een machtig kasteel, in de schaduw daarvan ontstaat het dorpje Ooij. Tot 1 januari 1818 vormde Ooij samen met Persingen de gemeente Ooij en Persingen.
Geschiedenis bedrijf
Johan: ‘We zijn hier de derde generatie. Mijn grootvader begon hier in 1927. De eerste ligboxenstal is in 1976 gebouwd. In 1995 ben ik in maatschap gekomen met mij ouders. Wij hebben het bedrijf in 2017 in zijn geheel overgenomen. De ligboxenstal is tussentijds nog een keer verlengd en 2012 gespiegeld met daarin een nieuwe melkstal. Om het werk allemaal rond te zetten en vooral na mijn hersenbloeding runt onze vaste medewerker voor een belangrijk deel het bedrijf. Daarnaast is er een vaste hulp die vijf dagen ’s morgens melkt. Onze melkproductie ligt op 9200 kg per koe met 4.60% vet en 3.45% eiwit. Het ureum getal ligt op ongeveer 20. Geneviève doet de boekhouding. Mijn moeder helpt nog alle dagen mee en woont met mijn vader in de bovenverdieping van ons huis.’’
Boerderijschool
‘’Sinds 2008 en tot enkele jaren terug hebben wij hier een ‘’Boerderijschool’’ gehad. Het was succesvol en een initiatief van Geneviève. Dit organiseerden wij in bijgebouw naast de stal en naast onze oude boerderijwoning ‘’De Schaapskooi’’.
Mijn vrouw en ik runnen beide met heel veel passie ons bedrijf met liefde voor dier en natuur. Wij probeerden door boerderijeducatie in samenwerking met de Vrije school De Meander de jeugd kennis te laten maken met het boerenbedrijf en alles wat daarom heen hangt. “Er kwam dan een heel jaar lang dezelfde klas van de Meander Vrije school bij ons 20 keer mee werken. Dit waren kinderen van ongeveer 9 jaar zij maakten dan samen met ons driekwart jaar mee op de boerderij van maart tot en met november.De klas werd aan het begin van het jaar afhankelijk van de grootte van de klas in 4 tot 6 vaste groepjes ingedeeld. Elke groep had zijn eigen tuintje dat elke keer moest worden onderhouden en in een roulatieschema ging iedereen voor de dieren zorgen. Wij zijn een melkveehouderij dus hebben voornamelijk koeien en jongvee maar daarnaast hebben we ook schapen en kippen waarvoor gezorgd moet worden. Ook andere dingen zoals uilenballen ontleden of water/bodemdiertjes kijken, walnoten rapen, vogels spotten, brandnetel soep maken, yoghurt of vla maken, landmeten, enz. kwamen aan bod.”
Samenwerking met NVC
‘’Omstreeks 2010 kwamen wij in aanraking met de Vereniging Nederlands Cultuur Landschap. Deze vereniging had grote plannen om de Ooijpolder weer te voorzien van landschapselementen zoals het er vroeger ook had uit gezien. Wij zijn er op een goede manier bij betrokken en in de Ooijpolder is 45 km hagen en singels langs voornamelijk perceelsranden aangelegd. Er doen 15 boeren mee aan het hagenproject in de Ooijpolder. Ik vind het belangrijk dat er langjarige duidelijkheid is. Voor de 2 hectare hebben we vervangende grond in 30- jarig gebruik verkregen.
De termijn hiervoor loopt gelijk op met de contracten voor de hagen. In totaal hebben we nu twee hectare met landschapselementen, zoals scheerheggen, knotwilgen, wandelpaden, twee paddenpoelen enzovoort. Ik krijg daar een vergoeding voor van de gemeente, die komt uit de pot van Groen- Blauwe diensten. De vergoeding is genoeg en beetje extra om het beheer van te betalen. Het onderhoud wordt gedaan door de VNC, die heeft hiervoor de machines, o.a. een knipmachine die staan op hun bedrijfslokatie hierin de buurt. De knotwilgen worden om de twee, drie jaar geknot. Maar ik vind het mooi en dat is een belangrijke reden om mee te doen.’’
Onze mooie Ooijpolder
‘’Onze polder is mooi, wijd en zijd bekend maar de De Ooijpolder is toch een stukje Nederland dat naar ons idee veel meer bekendheid verdient. De heggen, hagen en wallen waren al heel snel een succes! Al met al zijn er al 22 rode lijstsoorten in ons gebied gevonden en er is een enorme verbetering van de biodiversiteit uit voortgekomen. Door de poeltjes, hagen en rijen met knotwilgen in ons boerenlandschap zijn verschillende soorten verbindingen gemaakt die dieren de gelegenheid biedt de oversteek te kunnen maken tussen het buitendijkse moerasgebied en de stuwwal nabij Nijmegen. Dit worden ook wel faunapassages genoemd en elke passage heeft weer zijn eigen groep dieren die er gebruik van maken.’’
Ons koffiehuis ‘’De Oude Waal’’
‘’Al een hele tijd hadden wij het in ons achterhoofd. De boerderijschool was misschien wel de aanleiding nog iets meer te doen op het gebied van dagrecreatie en natuurlijk ook het mooie van onze polder. In 2013 hebben we zelfs een pilot gehad.
Gewoon, privé op ons eigen terras, om te kijken wat we konden verwachten. Heel klein en kneuterig, maar we kregen heel veel complimenten: ‘Wat leuk dat hier iets zit.’ Want er is verder bijna niks.” Het zijn vooral het vergunningentraject, de drukte van een bedrijf met 170 melkkoeien en privé-ontwikkelingen die het plan tijdelijk dwarsbomen. Bij de opzet hebben we veel profijt gehad van dat Geneviève horeca-ervaring had, ze volgde de middelbare hotelschool en werkte in allerlei zaken van heel exclusief tot een eetcafétje. Ze wilde balletdanseres worden en heeft een eigen dansstudio gehad. Wat ‘’De Oude Waal’’ betreft, helaas vlak na de opening kwam het coronavirus en kwamen we niet goed aan het draaien. Na de corona was er grote personeel schaarste. We hebben het nu alleen op zaterdag en zondag geopend.’’
Bezoek minister Van de Wal
‘’Minister van der Wal was in juni 2022 op bezoek in de Ooijpolder op uitnodiging van de VNC en ze werd door Jaap Dirkmaat rondgeleid. Aan deze excursie door het gebied was ook een bezoek aan ons bedrijf ingepland. Dit bezoek was 3 dagen voor het uitbrengen van het bewuste kaartje, op basis waarvan ook wij 70% moesten inleveren. Ik kon haar op dat punt helaas niet aanspreken maar wel op het kwalijke van het overheidsbeleid. Dat onevenredig veel van de uitstoot aan de landbouw wordt toegerekend. Verder reeds verleende vergunningen die worden ingetrokken of ter discussie gesteld. Dit brengt onnoemelijk veel leed voor hen die het overkomt, terwijl wat de NOX- uitstoot betreft veel bronnen niet worden meegerekend. Voor Schiphol wordt b.v. de uitstoot boven de 900m niet meegerekend.
Veel fabrieken met een uitstootpunt boven een bepaalde hoogte ook niet, grote containerschepen gaan vrijuit enz. Een overheid moet je kunnen vertrouwen, ik ben het vertrouwen in de overheid grotendeels kwijt.’’
Samenvatting Plannen VNC
Op basis van een groenblauwe dooradering van het landelijk gebied (in heel Nederland) en langs perceelranden kom je op 200.000 km waar landschapselementen zouden kunnen worden aangelegd. Qua perceel grootte gaat het plan uit van 3 hectare voor weiland en 6 hectare voor akkerland. Elk type lijnvormig landschapselement is denkbaar. Daarbij valt te denken aan groene slootkanten, heggen, houtwallen, bloemrijke akkerranden, elzenhagen en tuunwallen. Ook typen landschapselementen die speciaal zijn ontworpen voor b.v. schoonheid, biodiversiteit of voor productie van biomassa. Gemiddeld is de strook 5 m breed inclusief eventuele afrastering en altijd van één perceelrand/kant uit berekend, dus twee randen op een vierkant of rechthoek. Voor een globale berekening van de kosten is uitgegaan van 70.000 km heggen, 25.000 km houtwallen, 700.000 km slootkanten, 7500 km bloemrijke akkerranden en 20.000 km elzenhagen en knotwilgen langs bestaande sloten. Verder nog natuurvriendelijke oevers. Totale eenmalige aanleg 500 miljoen (wellicht verouderde berekening). Verder zijn er nog wat voorstellen voor wandel- en fietspaden en 100 miljoen voor jaarlijks onderhoud hiervan. Allemaal heel ambitieus, maar…een goed begin is er!