Maatschap Laarman

De boerderij aan het Westerdiep

Maatschap Laarman
Aan de Landbouwstraat (lintbebouwing) in Wildervank, nabij Veendam in het zuidoosten van de provincie Groningen, woont de familie Laarman. Ze hebben er een gemengd bedrijf met melkvee en akkerbouw. Het bedrijf wordt gerund door Gerrit Jan en Ina. Het totale areaal is 70 hectare. De melkveestapel, bestaat uit 70 Holstein Frisian koeien met bijbehorend jongvee. Ze beweiden al met al 26 hectare grasland. Verder is er 6 hectare mais, 22 hectare aardappelen en13 hectare suikerbieten. De familie heeft al een hele reeks jaren ervaring met het toedienen van compost. Als bijzondere activiteit is er dan ook sinds 4 jaar een composteerderij. Naast de woning ligt een prachtige tuin die door Ina is ontwikkeld en waarmee ze jaarlijks meedoet aan de open dagen van de stichting ‘’Groei en Bloei.’’

Afdruk topografische atlas 1906, links het Westerdiep, rechts het Oosterdiep. Langs de twee rode lijnen lopen beide kanalen. Daartussen waren de bedrijven, winkels en burgerwoningen, buiten zijde de boerenbedrijven en de wijken De rode stip is het bedrijf wat nu van de familie Laarman is.

Geschiedenis Wildervanck
Gerrit Jan: ‘Wildervank is nog een oorspronkelijk Veenkoloniaal lintdorp zoals het in 1647 is ontstaan. De ontstaansgeschiedenis ligt bij het (af) graven van veen met de hand. Dit veen, bedoelt als turf voor brandstof werd afgevoerd via wijken naar de kanalen het Oosterdiep en het Westerdiep. Deze beide kanalen lopen op korte afstand evenwijdig aan elkaar. Het bijzondere is dat aan de binnen zijden wordt gewoond en daar waren ook heel veel bedrijven en winkels gevestigd, die profiteerden van de goede infrastructuur. Ze waren verbonden met paden, (nu wegen) van 80 tot 100m lengte, lanen genoemd. Deze lanen zijn van noord naar zuid genummerd van 0 – 60. Aan de buitenzijde, ook wel landszijde genoemd, waren de boerderijen gevestigd. Dat waren er vroeger veel, om de 80 m een boerderijtje, ook wel een plaats genoemd, totaal waren er wel 60 op een rij en percelen van soms wel twee km lang. Voornamelijk akkerbouw met enkele koeien voor de melk en vlees. Vanaf de jaren zeventig zijn de bedrijven overgegaan op akkerbouw. Over het kanaal liggen afwisselend klap-,draai- en bascule bruggen. Totaal zijn er 32 bruggen. In de zomermaanden worden deze bruggen bediend om de vele (toeristische) boten door de diepen te begeleiden. In 1880 kregen Veendam en Wildervank een paardentram. Die reed van Zuidbroek naar Ter Apel. Over een stalen sporenpaar van 41 km, de langste paardentramlijn van Europa naar het station Zuidbroek aan de spoorlijn naar de stad Groningen.

Onze koeien op de huiskavel, het dorp kan ervan meegenieten

Op de helft van het lintdorp staat de Margaretha Hardenbergkerk (sinds 2007 in gebruik als Cultuurcentrum). Dit is tevens het oudste gebouw van Wildervank met erom heen een kerkhof. In 1659 is de eerste steen gelegd door de kleinzoon van de stichter van Wildervank: Adriaan Geerts Wildervanck. Zijn beeltenis staat tegenover deze kerk. Deze is in 1997 onthuld in verband met het 350- jarig bestaan van de plaats Wildervank.’’ 

Broedende meerkoet op het Westerdiep, voorkant boerderij

Onze boerderij en omgeving
‘’Wij wonen hier aan het Westerdiep, wat later de naam Landbouwstraat heeft verkregen. Vanaf de jaren negentig hebben zich hier melkveehouders van elders gevestigd. We zijn hier in 1991 vanuit Zwolle naar toe verhuisd met de gehele veestapel, om op deze plek verder te gaan met boeren. We hadden daar onze percelen erg verspreid liggen. We zochten naar een plek waar alle percelen aaneengesloten bij de gebouwen gelegen zijn. Dat is hier gelukt, het was hier toen een akkerbouwbedrijf. De grondprijsverschillen waren gunstig, het noorden had meer aanbod van grotere bedrijven. In 1992 hebben we hier een ligboxenstal gebouwd voor 100 melkkoeien en later zijn er nog enkele gebouwen bijgekomen. Inmiddels kunnen we alle percelen bereiken via kavelpaden, die zijn gestort van restpartijen beton. De koeien worden gemolken in een melkrobot. Ik hou van koeien in de wei, Ik vind het mooi, maatschappelijk wenselijk en het bespaart op mest uitrijkosten. Het kan echter lang niet op alle bedrijven vanwege de minder gunstige verkaveling. Doordat de percelen hier om de boerderij liggen is de combinatie weiden en robot melken goed mogelijk. De melkproductie ligt rond de 8500 kg en het ureum getal is op jaarbasis 18.’’

Foto Steven Radersma, Gerrit Jan bij het stuwtje
De rietkraag waarvan een gedeelte is bijven staan

Ons eigen waterschapje
‘’
Ten gevolge van een reeks van droge jaren ben ik samen met een collega- boer gaan experimenteren om het land ook in drogere tijd beter vochtig te houden. Dat doen we door middel van stuwen in de sloten. Het water van het ‘’Westerdiep’’ dat langs onze akkerbouwgronden en grasland loopt,
laten we gecontroleerd in onze sloten lopen die een lager peil hebben. Ik gebruik hierbij de drainagebuizen omgekeerd dan waar ze voor ze zijn aangelegd, namelijk afvoer en nu om het water erin te laten lopen. Het bijzondere is om het water ook in het midden van onze percelen te krijgen. Hiermee stijgt ook het grondwaterniveau. In een droge tijd staat het grondwaterpeil daar hol ten opzichte van de sloten. In een natte periode andersom. De uitdaging is om het weer goed in de gaten te houden! Dat klinkt heel simpel maar er zit wel een bepaald risico aan. Want als je het water hoog en dicht bij het maaiveld houdt en er komt onverwachts een flinke hoeveelheid neerslag, dan heb je een probleem. Dus moet ik de weerberichten ontzettend goed in de gaten houden. Wat Waterschap Hunze en A met computer gemodelleerde berekeningen doet voor het hele gebied, doe ik dat op basis weersverwachting en gevoel voor mijn eigen kleine waterschapje.’’

Jaarlijkse koeiendans Wildervank
‘’Onder toeziend oog van soms honderden belangstellenden gaan jaarlijks de koeien naar buiten. Het dorp ligt voor een deel tegenover ons bedrijf en met een oproep via sociaal media is er snel een grote groep bij elkaar om het spektakel mee te maken. Ze zijn vorige herfst wat later naar stal gegaan en dit voorjaar is niet bepaald vroeg in vergelijking met voorgaande jaren. Ik vond het steeds nog wat te koud. Er is nu echter ook wel voldoende gras waarvan ze kunnen grazen. Dat ze na lange tijd weer volop ruimte en vrijheid krijgen maakt hen uitgelaten, het eerste uur zijn ze springerig en huppelend. Een mooi schouwspel om de omgeving van mee te laten genieten. Soms zijn de dames zo enthousiast dat ze door de draad heen vliegen. Het zijn voor mij ook hele blije momenten als ik zie dat de mensen er zo van genieten.”

Foto Parkstad Veendam, de koeiendans
Vleermuis en boerenzwaluw

Bedrijfsnatuurplan
‘’
Door dat het water er regelmatig door stroomt heeft zich een rietkraag ontwikkeld die we het hele jaar door laten staan. Dat blijkt weer goed te zijn voor het leefgebied van kikkers die bij tijd en wijle een prachtig concert geven en het verhoogt de biodiversiteit. Tussen de rietkraag staan vele andere plantensoorten. De libelles scheren over het water en vele vogelsoorten zingen hun hoogste lied. Een broedende fazant die verschrikt opvliegt van zijn goed verstopte nest, dat is wat hier op het land te beleven valt. Ik hou van weidevogels, hun geluiden maken me vrolijk. Voor de werkzaamheden op het land aanvangen werden er dit jaar ook weer, ik schat een stuk of 10 kievietsnesten zo onopvallend mogelijk gemarkeerd. Dat vraagt alert te zijn en tevens ook veel nazorg. De gemarkeerde plekken moeten later handmatig worden bijgewerkt. Rondom het erf en gebouwen is een ruime erfbeplanting gerealiseerd, hierin broeden verschillende vogelsoorten. In één van de bijgebouwen nestelt een kerkuil in een kerkuilenkast. In de ligboxenstal nestelen maar al te graag boerenzwaluwen. Ze hebben enkele tientallen nesten ‘’gemetseld’. De boerenzwaluw doet het goed in Nederland vanwege het open karaktervan de stallen, voldoende nestmateriaal en blijkbaar voldoende aanwezigheid van muggen als voedsel. In de avonduren zien we vleermuizen fladderen die zullen wel ergens hun verblijfplaatsen in kieren of spleten van gebouwen hebben.’’

Naast de boerderij bij de rietkraag
Onze composteerderij

Voordelen van compost als bodemverbeteraar
’Het toedienen van compost doen wij al een lange periode. Enkele jaren geleden ben ik begonnen met het zelf maken en gebruiken van compost. Van eventuele nadelen als bijvoorbeeld Jacobkruiskruid heb ik nog niets gemerkt en de hoeveelheid andere verontreinigingen vallen gelukkig mee. We ervaren hierbij de volgende voordelen:

  • het stikstof leverend vermogen en de verkruimelbaarheid van de percelen is verbeterd
  • voor het vierde jaar op rij hoef ik geen kunstmest meer te gebruiken op de bieten en de aardappels
  • de droogte gevoeligheid van de percelen is verminderd en plensbuien worden beter opgevangen
  • vydate voor aaltjesbestrijding zijn we niet nodig
  • kali hoeft niet meer te worden aangekocht
  • het verbetert de weerstand van het gewas
  • de bewerkbaarheid van het land is verbeterd.’’
Een van de 10 kievietsnesten


Hoe gaan we te werk
‘’In totaal ontvangen wij jaarlijks 2500 ton maaisel van wegbermen en plantsoenen van gemeente Veendam.
Het maaisel wordt gemengd met Compost-O een vloeistof, het is een gepatenteerd product met een wettelijk beschermde formule. Het bevat een hoge concentratie aan mineralen en niet genetisch gemodificeerde natuurlijke aerobe micro-organismen. We zetten de berg maaisel twee tot drie keer om. De ammoniumstikstof spoelt niet uit, het komt na toediening geleidelijk vrij. Het versterkt de wortelgroei en het verbetert de celstructuur van het blad.’’

Wat niet vervluchtigt kun je benutten.
‘’Aan de drijfmest voegen we al jaren Agri Mest Mix toe. Dit product bindt de ammoniumstikstof waardoor de snel opneembare stikstof in de drijfmest behouden blijft. Er treedt minder korstvorming op in de mestkelder en de geur is veel minder scherp. We zijn met het product begonnen, nadat we na het mixen waarschijnlijk ten gevolge van blauwzuurgas, dode vogels vonden. Belangrijkste voordeel is dus eigenlijk de veiligheid.’’

Met onze tuin doen we mee aan de jaarlijkse open tuindagen van de Stichting Groei en Bloei

Toekomst
‘’De kalenderlandbouw is een bureaucratisch fenomeen, iets dat ik helemaal niet zie zitten. We moeten de gelegenheid hebben in te spelen op de telkens wisselende weersomstandigheden, er is geen jaar gelijk. Dus als we op tijd willen oogsten moet het zaad op tijd gezaaid kunnen worden! Lukt dat in het voorjaar niet door te veel regen dan hebben we wel een probleem, het gewas is dan later oogstrijp! Kunnen we wel op tijd beginnen en er komt tijdens de oogst alsnog te veel regen dan lukt de oogst ook niet. Het is best wel eens gebeurd dat de oogstwerkzaamheden werden stil gelegd en later weer hervat werden. Als we wel voor 1 oktober kunnen oogsten en er een vanggewas in kunnen zaaien duurt het zeker 3 weken voor het zaad ontkiemt en begint te wortelen dan zou het pas rond eind oktober, begin november nutriënten op beginnen te nemen. Daarna ligt de groei nagenoeg stil door te lage temperaturen in november. Een gewas kent verschillende groeistadia, het begint met de kiemontwikkeling vanuit het zaad of de knol, vervolgens overgaand op die van beworteling, dat is weer afhankelijk van de temperatuur, vochtvoorziening en beschikbare mineralen. Bij een te vroege oogst kunnen nog niet alle voorradige mineralen zijn benut, dus meer uitspoeling. Bij een meer gefaseerde oogst tengevolge van vroege, midden en late rassen, is er een betere gestroomlijnde benutting van de aanvoer- en de verwerkingscapaciteit van de fabrieken. Belangrijke zaken voor een milieuvriendelijk en duurzaam verwerkingsproces. Dat is toch wat wij met elkaar graag willen?’’