Krabbenhoeke

Familie van der Wekken voor hun boerderij v.l.n.r. Andries, Emma, Peter, Sietse en Mieke, de jongste dochter Anna ontbreekt hier

Krabbenhoeke
Aan de Krabbenhoekseweg in het noordoostelijke deel van de Vierbannenpolder tussen Sirjansland en Nieuwerkerk ligt de boerderij Krabbenhoeke van de familie Van der Wekken. De Vierbannenpolder ligt in de gemeente- en op het eiland Schouwen-Duiveland in de provincie Zeeland. Ze hebben er een akkerbouwbedrijf met 57 hectare in eigendom, het totale areaal is ruim 100 hectare. De belangrijkste teelt voor het bedrijf is 40 hectare pootaardappelen, verder 15 hectare consumptieaardappelen, 7 hectare suikerbieten. Andere teelten zijn knolselderij, granen, incidenteel graszaad en/of conservenerwten en bieslook voor de tuinderij. Om voldoende vruchtwisseling te verkrijgen wordt er grond geruild met andere eigenaren/grondgebruikers. De grondsoort is overwegend lichte zeeklei en zavel. Beregenen is niet mogelijk omdat er geen zoet water voorhanden is.

 

Krabbenhoeke 1950

Historie gebied                                
Van der Wekken “De meeste dorpen en nederzettingen in ons gebied zijn in de 12e en 13e eeuw ontstaan. Er waren ooit vier eilanden: Schouwen, Duiveland, Dreischor en Bommenede die in die periode ringdijken verkregen. Aan de zuidzijde van Schouwen ging veel land verloren. Daar tegenover ontstond het voordeel van de afdamming van het noordelijk deel van de Gouwe, het water tussen Schouwen en Dreischor (1374). In 1610 volgde een dam tussen Schouwen en Duiveland. Er ging ook een eiland verloren, nl het eiland Bommenede. In een latere periode werd het gedeeltelijk herdijkt. Inpolderingen, stormvloeden en dijkdoorbraken wisselden elkaar af. De strijd tegen het water is de rode draad in de geschiedenis van Schouwen-Duiveland.

Foto: Streetview

Wat de landbouw betreft is het zo dat er hier van oudsher gemengde bedrijven waren. Vaak kleinschalig van opzet met enkele koeien, wat varkens en kippen en een stuk akkerbouw waarop ook het veevoer geteeld werd. De mest van het vee ging terug naar het land. Vóór de komst van de kunstmest was dit uiteraard ook pure noodzaak. Er is niets nieuws onder de zon: het was kringlooplandbouw pur sang! Bij de overige akkerbouwgewassen zijn er in de loop van de tijd nogal wat wisselingen geweest. Het verdwijnen van bepaalde teelten was en is nog steeds in de meeste gevallen een gevolg van teruglopend rendement. In de 19e eeuw bijvoorbeeld werd er meekrap geteeld voor de rode kleurstof die eruit gewonnen werd. Een arbeidsintensieve maar wel zeer lucratieve teelt, totdat de prijs instortte vanwege import uit Rusland. Op bevel van Napoleon zijn de suikerbieten in West-Europa geïntroduceerd. Deze bleken een blijvertje te zijn. Vlas is weer een voorbeeld van een gewas waar velen een bestaan in vonden, zowel met de teelt als de verwerking, maar wat ondertussen tot een minimum is teruggelopen.

 

Aardappelen in de bloei

Ons familiebedrijf
Ook op ons bedrijf is er in de loop der jaren het nodige veranderd. Zoals op veel bedrijven gebeurde werden ook hier de melkkoeien de laan uitgestuurd: van nature is de Zeeuwse boer een akkerbouwer. Zo’n 50, 60 jaar geleden werden er nog gewassen geteeld als bruine bonen, droge erwten, haver e.d. Deze zijn allang uit het bouwplan verdwenen evenals een jaar of vijf geleden de uien. Daar zijn gewassen als knolselderij en spruitkool voor teruggekomen. Met de spruiten zijn we na 20 jaar gestopt en daarvoor in de plaats zijn in 2013 pootaardappelen teruggekomen.

Het oogsten toont het bodemleven, een feest voor de meeuwen

Voor ons hebben de verhalen over de watersnoodramp van 1953, waarbij een aantal nabije familieleden van mijn ouders zijn verdronken, veel invloed gehad op ons persoonlijk leven. Wat onze boerderij betreft: uit veldnaamboeken blijkt dat al in 1619 een boerderij stond op deze plek. Het was destijds een hofstede, (ander bouwwerk dan nu) Crabbenhoecke genaamd, bewoond door raadsheer Huibertus Steengracht. Onze familie woont hier inmiddels alweer enkele generaties. Na de watersnoodramp werden gronden van omgekomen familieleden door vererving aan de boerderij van mijn (groot)ouders toegevoegd. Mijn overgrootvader van moeders kant heeft Krabbenhoeke in 1927 gekocht. Onze zoon Andries, die erg gemotiveerd is om verder te gaan met ons bedrijf, behoort tot de 13e generatie, als beroep boer in voorouderlijke lijn.”

 

2022 Andries van der Wekken. Foto Anton Dingemanse

Teelt van pootaardappelen
De teelt van pootaardappelen is voor onze bedrijfsomzet het belangrijkste gewas. We telen jaarlijks zo’n 40 hectare en het is een behoorlijk arbeidsintensief gewas. Het is van groot belang om met gezond uitgangsmateriaal te starten en vanaf opkomst wordt er zeer consequent geselecteerd op virus- en bacterieziekten. Bovendien is een intensief gebruik van gewasbeschermingsmiddelen met minerale olie (en regelmatig een luizenmiddel) van belang om te voorkomen dat luizen die virus bij zich dragen hiermee de aardappelen kunnen besmetten. Ook op het juiste moment loofvernietiging is van belang om zoveel mogelijk aardappelen in de passende pootgoedmaten te kunnen rooien. Verder is uiterst hygiënisch werken erg belangrijk ter voorkoming van kruisbesmetting tussen de verschillende partijen pootgoed. We hebben wel enige zorg over de steeds verdere beperkingen ten aanzien van de beschikbare middelen. De afzet is overwegend voor de export en loopt via een handelshuis.”

Knolselderij staand in de rij. Foto Anton Dingemanse

Knolselderij    
“De knolselderij is voor ons ondertussen een oude bekende, we telen hem al 35 jaar. Afgelopen seizoen hadden we er acht hectare van. Knolselderij is een oud gewas wat ook al door de Egyptenaren en de Romeinen werd geteeld. Eind april, begin mei zetten we hier circa 70.000 planten per hectare met een speciale plantmachine. Het onkruid bestrijden we met verschillende bodemherbiciden, waaronder Stomp. De oogst voor de vroege versmarkt begint vanaf augustus, voor de bewaring zoals in ons geval, is de oogst veel later: november soms zelfs december. Knolselderij groeit evenals aardappelen onder de grond en de opbrengst per hectare aan tonnen is door veredeling met circa 60 ton, hoger dan die van aardappelen, daar staat tegenover dat de teelt moeilijker is. De afzet gaat naar een gespecialiseerd verwerkingsbedrijf in Noord-Holland. Voor de consument zijn er verschillende mogelijkheden, Je kunt hem bakken, grillen, koken, stoven, laten garen in de oven, gebruiken in salades, soepen, ovenschotels of als rauw bijgerecht serveren.

Grauwe kiekendief

Het is zelfs een lekkere groente om puree van te maken. Knolselderij is heel gezond. Er zit veel vitamine C in wat belangrijk is voor je weerstand. Samen met de natuurlijke suikers en folaat (synoniem aan vitamine B11) die in deze knol zitten helpt vitamine C je energie op peil te houden. En er zit kalium in, wat weer kan bijdragen aan een gezonde bloeddruk. Met groenten als wortels, prei, bloemkool of sperziebonen kun je selderij goed combineren. Knolselderij kan worden gegeten ter vervanging van aardappels. Het bevat minder calorieën en is namelijk veel voedzamer.”

In dit mengsel is Facelia aan de winnende hand

Vogelleven  
“Kleine zilverreigers en lepelaars komen hier hun voedsel halen. In de winter kunnen we hier behoorlijk overlast hebben van overwinterende ganzen die in het aangrenzende natuurgebied Dijkwater wonen en met onze wintertarwe en achtergebleven gewasresten hun buik komen vullen. Wat roofvogels betreft zien we hier regelmatig buizerds, torenvalkjes en soms de grauwe kiekendief.”

Met goede bemesting zorgen voor de bodem

Chitwoodiresistente bladrammenas

“Wat betreft bemesting gebruiken we graag zoveel mogelijk groenbemesters, die zorgen voor veel beworteling, vastleggen van mineralen en als het even kan willen we dat ze een bijdrage leveren aan de aaltjesbestrijding. Het groenbemesting-mengsel Nemaredux wortelt diep, intensief, is goed voor de biodiversiteit en het bestrijdt actief bietencysteaaltjes en het maiswortelknobbelaaltje. In het mengsel zit de rijk bloeiende facelia en de chitwoodiresistente bladrammenas. Afhankelijk van de weersomstandigheden krijgt of de ene of de andere soort de overhand tijdens de groeifase. We gebruiken ook wel bladrammenas of mengsels met klaver. Wat organische mest betreft kiezen we graag voor geitenmest en vaste stalmest. Onze slogan is ‘als de boer goed is voor de grond, is de grond goed voor de boer’.”