‘Hoe Nederland zichzelf gevangen zet in stikstofmodellen’

Uit “Boerderij” van 22 augustus 2025

Een brede groep ecologen, juristen, beleidsadviseurs en betrokken burgers roept de politiek op tot een fundamentele koerswijziging in het stikstofbeleid. De nadruk op stikstofmodellen en Kritische Depositiewaarden (KDW’s) heeft geleid tot juridische stilstand, maatschappelijke polarisatie en ineffectief natuurbeheer. Het alternatief? Beleid dat stuurt op wat er daadwerkelijk in de natuur gebeurt, op basis van objectieve en gebiedsgerichte monitoring.

Nederland is geobsedeerd door stikstofcijfers, meer dan enig ander Europees land. Terwijl Brussel simpelweg vraagt om natuurkwaliteit te beschermen, kiest Den Haag voor een uitzonderlijke koers: een extreme focus op stikstofdepositie. Binnen een straal van 25 kilometer kan een vergunning worden geweigerd zodra ook maar één snipper natuur niet voldoet. Rekenmodel Aerius en de Kritische Depositiewaarden (KDW) zijn daarbij doorslaggevend.

Het resultaat? Nederland zit vast in een eindeloze stikstofdiscussie. Wat begon als een technische milieukwestie, groeide uit tot een maatschappelijk en juridisch explosief dossier. Het vertrouwen tussen overheid, boeren, burgers en natuurorganisaties staat zwaar onder druk. Hoog tijd om de werkelijkheid van onze natuur weer centraal te zetten.

Drukfactoren

Stikstof is maar één van de vele factoren die natuurkwaliteit bepalen. Droogte, waterhuishouding, bodemcondities, beheer en recreatie spelen net zo’n grote rol. Door alleen naar berekende stikstofcijfers te kijken, verliezen we het ecosysteem uit het oog. Bovendien kent Aerius een foutmarge tot 70%, waardoor vergunningen vaak onterecht worden geweigerd of – erger nog –verleend. Ondernemers en burgers raken gefrustreerd en natuurherstel stagneert.

Monitoring

Een beter alternatief? Echt meten wat er gebeurt. Monitoring maakt beleid flexibel, gebiedsgericht en kosteneffectief. Moderne hulpmiddelen zoals drones, satellieten, eDNA, bio-akoestiek en sensortechnologie maken het verzamelen van data steeds eenvoudiger en goedkoper. Tegelijkertijd kan lokale betrokkenheid van boeren, terreinbeheerders en burgers de kwaliteit van de gegevens verhogen en het maatschappelijk draagvlak versterken.

Een groep deskundigen onder leiding van Stichting Samenleving, Landbouw en Natuur heeft een essay gepresenteerd waarin zij stellen dat de nadruk op stikstofmodellen en Kritische Depositiewaarden (KDW’s) heeft geleid tot juridische stilstand, maatschappelijke polarisatie en ineffectief natuurbeheer. In plaats daarvan is beleid nodig dat stuurt op wat er daadwerkelijk in de natuur gebeurt, op basis van objectieve en gebiedsgerichte monitoring.

Monitoring richt zich op tastbare ecologische indicatoren zoals vegetatiekwaliteit, typische soorten, zuurgraad, voedselrijkdom en ecosysteemfuncties. Zo worden automatisch ook andere factoren meegenomen, zoals verdroging en klimaatverandering. De resultaten en de bijbehorende diagnose maken het mogelijk om via beheerplannen direct een integraal, realistisch en toekomstbestendig natuurbeleid toe te passen. Juridisch zijn slechts kleine aanpassingen nodig, bijvoorbeeld rond het voorzorgsbeginsel, de rol van Aerius en de status van KDW’s. Provinciale expertteams kunnen de kwaliteit van monitoring waarborgen en lokaal maatwerk ondersteunen.

Gezondheidszorg

Vergelijk het met de gezondheidszorg: artsen baseren zich niet alleen op risicoprofielen, maar vooral op feitelijke metingen bij de patiënt. Patiënt en familie worden actief betrokken bij de behandeling. Natuurbeleid moet hetzelfde doen: sturen op de waargenomen gezondheid van ecosystemen, met lokale betrokkenheid, in plaats van blind te varen op modelverwachtingen.

Toekomst

Het is tijd om te stoppen met eenzijdig modelgestuurd beleid. Door monitoring centraal te stellen, kan Nederland natuurbeleid bouwen dat aansluit bij de werkelijkheid, bij de mensen die ervan afhankelijk zijn én bij het maatschappelijk draagvlak. Alleen door te meten wat er daadwerkelijk gebeurt, kunnen we natuur beschermen, vertrouwen terugwinnen en draagvlak vergroten.

Nawoord auteur Henri Prins:

Nederland is het enige land in Europa dat zijn natuurbeleid zo sterk laat bepalen door stikstofmodellen. Binnen een straal van 25 km kan een vergunning worden geweigerd zodra een rekenmodel uitwijst dat de kritische depositiewaarde wordt overschreden – zelfs als de werkelijke natuurkwaliteit ter plaatse iets heel anders laat zien.

Dat modelgerichte beleid heeft geleid tot eindeloze juridische procedures, frustratie bij ondernemers en burgers en een groeiend verlies van vertrouwen. Ondertussen blijft natuurherstel achter.

In ons opiniestuk pleiten wij voor een koerswijziging: zet monitoring van de échte ecologische toestand centraal. Moderne hulpmiddelen (zoals drones, eDNA en sensoren) maken dit goedkoper en effectiever dan ooit, terwijl betrokkenheid van boeren en terreinbeheerders het draagvlak versterkt. Zo ontstaat beleid dat niet alleen ecologisch realistisch en juridisch houdbaar is, maar ook maatschappelijk wordt gedragen.