Familiebedrijf Tolhús

Buitenzijdes medewerkers Joram en Gerrit, midden: dochter Ronja, Deborah en Sander

Familiebedrijf Tolhús
Aan de Trekwei parallel aan de Workumer Trekvaart en tegenover een brug met sluiswachtershuis wonen Sander en Deborah Bouma-Halley. Ze wonen onder de rook van de Friese stad Workum, Ze hebben er een natuurinclusief melkveehouderij bedrijf met 115 hectare veenweidegrond, waarvan veertig hectare natuurlijk grasland. Er is 15 hectare in gebruik van het Fryske Gea. Ze melken er 220 koeien die door vier robots worden gemolken. Bij de boerderij is een ijsmakerij ‘Margje 24’ genaamd. Voor de energie- opwekking staat er een windmolen en er liggen zonnepanelen op het dak. Sinds anderhalf jaar hebben ze ook een monovergister. Het melkveehouderijbedrijf is een modern bedrijf en dient als basis voor alle activiteiten eromheen.

Historie gebied en bedrijf
Sander: ‘’In 1297 werd Workum vermeld als Waltercom. Workum is als agrarische nederzetting ontstaan. Wegens de ligging ontwikkelde het zich tot een belangrijk centrum van zeehandel en later scheepvaart. De plaats kreeg in 1399 stadsrechten. Workum bestond eertijds uit de Wijmerts, een gegraven waterweg die de haven met de Friese binnenmeren verbond, en huizen langs dat water. Later ging men over tot scheepsbouw. Vroeger moesten de passanten van de Trekwei en de daarnaast gelegen Trekvaart tol betalen bij het Tolhús. Trekvaart betekend ‘’Gegraven waterweg voor trekschuiten getrokken door een paard” Later is de functie van de bewoners van het Tolhús veranderd in brugwachter van de Nijhuizumerbrug. Mijn vader was vanaf de overname in 1973 boer op het Tolhús en mijn moeder vanaf die tijd brugwachtster. Beide taken hebben wij vanaf 1999 overgenomen. Het Tolhús is al in 1648 ontstaan en was eigendom van de gemeente met drie hectare grond. Mijn ouders konden het pachten met als tegenprestatie dienst te doen als brugwachter en het onderhoud van drie kilometer berm. Workum is één van 11 elf steden waarlangs al 15 keer een officiële Elfstedentocht over de Workumer Trekvaart trok. Op de brug voor ons huis moedigden we de schaatshelden aan, altijd een heel feestelijk gebeuren. De boerderij waarin wij wonen is uit 1939. Tot dat er een ligboxenstal werd gebouwd in 1980 werd het vee hierin gehuisvest. Het was een Friese stal waarin de koeien met de kop naar de muur stonden. Boven de kop van de koeien was een opening in de zolder waardoor het hooi voor de koeien werd geschoven.

Ons graslandgebruik
Van onze 115 hectare weiland is 40 hectare natuurlijk grasland. We hebben kruidenrijk grasland, weidevogelland met uitgestelde maaidatum en nat veenweidegrond. 30 hectare achter de boerderij wordt gebruikt als graasland voor de melkkoeien en de overige 30 hectare wordt gebruikt als gras-voederwinning voor de winterperiode. Ons melkveebedrijf is een natuurinclusief bedrijf, waar we oog hebben voor de bloemetjes en de bijtjes én voor de aarde die we in bruikleen hebben.

Onze stallen en koeien
Wij hebben een vrije keuze stal. Dat betekent dat iedere koe zelf de keuze maakt wat ze gaat doen. Ook hebben we een transparant bedrijf, omdat we altijd open zijn voor bezoekers. Momenteel wordt de oude boerderij uit 1939 gebruikt als woonhuis. Het oude bûthús wordt zo langzamerhand bij het woongedeelte betrokken. Het nieuwe kantoor zit al achter in de boerderij. Het melkveebedrijf staat los van de boerderij. De oude ligboxenstal dateert uit 1980 en is in 2000 verlengd. In 2009 is een nieuwe stal naast de oude gebouwd. Van binnen is het één geheel geworden en de helft van de nieuwe stal is bij de oude stal betrokken. Hier lopen de melkkoeien. Momenteel worden de 220 koeien door 4 Lely melkrobots gemolken. Op ons melkveebedrijf proberen we duurzame koeien te fokken. We gebruiken daarom stieren die daaraan bijdragen, ongeacht kleur of ras. We hebben ongeveer 100 stuks jongvee dat staat op een jongveebedrijf. We zijn niet biologisch want dat vergt volgens ons te veel van onze koeien.

Windenergie vroeger en nu
Toen in de 17de eeuw polders werden aangelegd, werden er veel molens gebouwd, ook voor dit gebied. Voor het droogleggen van polders en het omlaag brengen van het waterpeil. Hiervoor werd grenen gebruikt dat door de Oostzeevaarders werd meegenomen.In Holland en Zeeland werd meer eikenhout gebruikt dat uit Frankrijk kwam. Eikenhouten molens. Door de scheepsbouw ten gevolge van het houttransport bloeide de economie weer op. De haven had last van verzanding hetgeen tot inpoldering van de Workumer Nieuwland leidde. Voor een stabiele energievoorziening hebben we sinds 2002 een Nec-Micon 950 windturbine op ons erf en sinds 2020 600 zonnepanelen op de nieuwe ligboxenstal.

Met ijs van ‘Margje 24’, de boerderij naar de stad
Doel: met de ijsboerderij brengen we ons bedrijf naar de stad. Aanleiding: een paar jaar geleden kwam een oude vriend van mij langs die vroeg wat wij allemaal deden. Ik stond perplex, iemand die op vijf km afstand woont, zo weinig van ons bedrijf afweet. Dat heeft mij aan het denken gezet; onze provincie Friesland, die wereldwijd bekend staat om onze melkveehouderij sector, dat mensen die er omheen wonen er zo weinig van weten.

’Margje 24’ verkoopt sinds mei 2016 verse melk in fles. Daarnaast maken we op onze IJsboerderij ijs van heerlijke verse melk. De melk is afkomstig van onze eigen koeien. Waarom onze melk en ons ijs zo superlekker is? Dat leggen we graag uit!

Plas-dras perceel ‘’De Workumermar’’ van It  Fryske Gea, in gebruik bij de familie Bouma

Zo ontstond bij ons in Workum het idee van een ijsboerderij, gemaakt van zuivel van onze eigen koeien. De deuren van de stal zijn open en je kunt rondlopen op het boerenerf. Zo ziet de klant wat er zich op het bedrijf afspeelt: je kunt zien hoe de melkrobots werken, wat wij de koeien voeren en waar we de melk bewaren. Dat is echt een beleving. Tijdens het eten van het ijs willen we de mensen iets leren over waar de melk vandaan komt, daarom zijn er infoborden geplaatst over hoe er wordt gewerkt. Om het aansprekend te maken noemen we onze ijsboerderijen Margje 24. Ons ijs wordt tevens verkocht in ijssalons in Leeuwarden en Sneek.

Ons landgebruik van het Fryske Gea

Links de grauwe gans en rechts de brandgans

We pachten 15 hectare van het Fryske Gea in De Workumermar. Het Fryske Gea bepaalt hiervan het gebruik van de bemesting. De Pitrus neemt helaas wel toe, het wordt twee keer per jaar gemaaid. Het liefst willen ze dat we in de winter ook nog een keer maaien maar dan moet de draagkracht van de boden het wel toe laten. Naar mijn idee zou wat kalkrijke bemesting goed kunnen helpen tegen de pitrus. We ervaren de samenwerking overigens als heel goed. We zien hier grutto’s, Tureluurs, kievieten, scholeksters, gele kwikstaart en slobeend. Zodra de kuikens een beetje vlieg vlug zijn vertoeven ze graag tussen de koeien in de nabijgelegen percelen, die beweid worden, op zoek naar voedsel. In een ander perceel in de Workumerwaard, aan de rand van het IJsselmeer pachten we 25 hectare van It Fryske Gea. Naast opvanggebied voor grauwe ganzen en duizenden brandganzen, hebben we daar pakketten met uitgestelde maaidata. Ook hebben we 7,5 hectare kruidenrijk grasland wat in zijn geheel niet wordt bemest.

Het sociale leven
We hebben hier een leuke ijsclub waarvan ik secretaris ben en onlangs was er sprake van het stoppen van een plaatselijk café hier in Workum, Spoarsicht genaamd. Toen hebben we met 16 mensen de koppen bij elkaar gestoken en met elkaar het café overgenomen. Nu draaien we om de beurt vrijwilligersdiensten.