
Familie Nicolaas in Klimmen
De familie Nicolaas heeft een melkveebedrijf in Klimmen, gelegen in het prachtige Limburgse heuvellandschap. Het bedrijf omvat 60 hectare grasklaverland en 30 hectare mais. Ze hebben er 170 Frisian Holstein koeien met bijbehorend jongvee. De boerderij ligt in een dal, er omheen is een dijk aangebracht. De dijk geeft het bedrijf bescherming tegen stortbuien waarvan het water soms met veel geweld naar beneden stroomt. Het werk wordt verricht door het hele gezin: vader Jack, moeder Monique en zoons Luuk en Jean.

Historie gebied en bedrijf
Jack Nicolaas: ‘De herkomst van de naam Klimmen lijkt voor de hand te liggen. Komende vanuit zowel Valkenburg als Voerendaal is het zwaar ‘klimmen’ naar het kerkdorp. Het dorp Klimmen ontstond in de vroege middeleeuwen en werd voor het eerst schriftelijk vermeld in 968. Er werd een kerk gebouwd en ook een middenplein met huizen rondom werd aangelegd. In de middeleeuwen deed dit (latere) plein dienst als gemeenschappelijke weide. Klimmen ligt op een van de vele heuvels van Zuid-Limburg en langs een oude Romeinse heirbaan, de Via Belgica. Rondom Klimmen is het prachtig, maar dus ook pittig wandelen. Nog hoger dan de rest van Klimmen ligt de Sint-Remigiuskerk, die ook opvalt door de lokale Kunradersteen waarmee hij deels gebouwd is. ’s Avonds is de kerk verlicht en is zo vanuit de hele streek te herkennen.

In 1750 begon men met de aanleg van de weg van Valkenburg naar Heerlen, welke direct ten noorden van het dorp kwam te lopen. Sinds 1153 is Klimmen een zelfstandige schepenbank, waaronder ook het dorp Hulsberg viel. Later, toen Klimmen tot hoofdbank werd verheven, zou ook Schimmert onder Klimmen komen te vallen. Tot 1626 zou ook Nuth tot de hoofdbank Klimmen behoren, waarna het tot een zelfstandige heerlijkheid verheven zou worden. Klimmen had slechts middelbare en lage rechtspraak. De hoge rechtspraak werd uitgevoerd door de schepenen van de stad Valkenburg.’’

Kennisnetwerk praktijkbedrijven
‘’Om onze kennis te vergroten zijn we aangesloten bij een kennisnetwerk. In deze groep delen we kennis metelkaar en we hebben voor onszelf verschillende doelen opgesteld om tot lagere methaan- en ammoniakemissie te komen. Onze graslandpercelen zijn samengesteld uit een mengteelt van gras, klaver en luzerne. Hierdoor kunnen we met weinig kunstmest toe. Het maakt onze percelen vanwege de diepere beworteling van vooral luzerne en klaver minder droogtegevoelig en bij veel regen kan de löss- grond meer water absorberen. Een ander leerpunt is om de koeien in de schemer te laten grazen, goed voor de grasopname, de benutting ervan en dus lagere emissies. Alle gras gaat bij de voederwinning in zelf geperste en gewikkelde balen. Dit heeft tot gevolg dat ze elke dag vers ruwvoer kunnen eten.’’

Weiden in het heuvellandschap
‘’Ons bedrijf past het Nieuw Nederlands Weiden systeem toe. Aan het einde van het kavelpad is het perceel opgedeeld in vijf ‘taartpunten’. Door elke dag een andere taartpunt te openen hebben de koeien elke dag vers gras. De grasopname is zo constanter en er kan makkelijker gestuurd worden op bijvoeding. De koeien grazen het perceel goed af. De hoogteverschillen brengen wel met zich mee dat de koeien iedere dag 10 meter omhoog en weer naar beneden moeten lopen van de stal naar de wei en weer terug’’.

Water in balans, erosie voorkomen
‘’Jaren geleden ben ik tot de conclusie gekomen dat we veel meer vanuit de bodem moeten denken en handelen. We zijn deel gaan nemen aan het ‘’Water in Balans’’ programma van het waterschap. De bodem was te veel verdicht door te zware machines, we zijn daarna met lichtere machines gaan werken. Op het maisland zijn we diepwortelende groenbemesters gaan telen, hiermee verhoogden we het humusgehalte van onze lössgrond. Er kwamen meer wormen, de grond werd ruller en het watervasthoudend vermogen werd vergroot evenals op onze weide percelen. Het grote maatschappelijke voordeel is dat er van onze percelen nauwelijks nog water afstroomt naar het lagergelegen Valkenburg. De huidige stikstofplannen zullen ertoe leiden dat in Zuid-Limburg het grasland areaal, het aantal koeien en de biodiversiteit gaan afnemen. De erosie gaat toenemen.’’
Biodiversiteit
‘’Er is hier nu een rijk en veelzijdig bodemleven. Wanneer de klaver en luzerne bloeit wemelt het hier van de insecten. Er zitten hier ook veel reeën, dassen en vossen. De aanwezigheid van de bosuil, kerkuil en andere roofvogels houden de muizenstand in evenwicht. Hemelsbreed 2 km verderop achter de heuvels van ons mooie landschap ligt het Geulbeekdal, een Natura 2000 gebied achter een eeuwenoud bos. Heel bedreigend voor ons en weten niet hoe het afloopt. We doen ons best zoveel mogelijk naar de maatschappelijke wensen te produceren.’’

N 2000 gebied Het Geuldal
‘’Enkele passages uit de voortoets NB wet Bestemmingsplan Buitengebied Nuth: ‘’Het Geuldal is met een oppervlakte van ruim 2500 ha één van de grootste en tevens één van de meest gevarieerde N 2000 gebieden van Nederland. De combinatie van bodem en menselijk gebruik bepaalt de huidige aanblik van het landschap van het Geuldal, waarbij de Geul als vormgever en levensader fungeert. Op de voedselrijke hellingen komen interessante braamstruwelen voor die het leefgebied vormen voor zeldzame muizensoorten als de hazelmuis en de grote
bosmuis.’’

Sociaal leven
‘’We hebben hier een heel sociaal leven, het hele dorp kent ons. Velen komen dagelijks een emmertje melk halen, er worden hier twee carnaval wagens gebouwd, de harmonie slaat hier zijn tent op. Na het werk op zaterdag zoeken we elkaar allemaal op. Wat fietsen betreft, er is hier ook een toertocht ‘’Limburgs mooiste’’. De Cauberg, Keutenberg en al die andere groene glooiende heuvels, maakt de regio zo geliefd bij wielrenners, wandelaars en andere toeristen. Zonder boeren haalt men de ziel uit het Limburgse heuvellandschap’’.