Familie Breukink, nabij Brummen

Op een steenworp afstand van de rivier de IJssel, nabij Brummen, ligt Hoeve Cortenoever. Het bedrijf is in eigendom bij de familie Breukink en wordt gerund door Jan Willem en Michaëla Breukink. Jan Willems vader verricht ook nog veel werkzaamheden. Het bedrijf is in 2016 geheel nieuw opgezet, 600 meter verplaatst in het kader van ‘’Ruimte voor de rivier’’. De plek van het oude bedrijf is ingericht tot overloopgebied voor waterberging, een bijdrage aan het toekomstbestendig maken van de IJssel tegen overstromingen. Het nieuwe bedrijf ligt tegen het natura 2000 gebied Cortenoever aan, er is plaats voor 180 melkkoeien, bij het bedrijf is ruim 80 hectare rivierkleigrond. Achter de boerderij ligt een huiskavel van 27 hectare die hoofdzakelijk gebruikt wordt voor beweiding door het melkvee. De andere percelen worden gebruikt voor de voederwinning in de vorm van inkuilen, de teelt van veldbonen, voederbieten en voor grasstalvoedering.

Historie IJssel gebied en bedrijf

De reden dat de maatschap het bedrijf moest verplaatsen: de IJssel. Breukink moest wijken voor het project Ruimte voor de Rivier. Het bedrijf wordt hemelsbreed 600 meter verplaatst. Linksboven is de stad Zutphen te zien.

Jan Willem; “De IJssel is een ’jonkie’ onder de Nederlandse rivieren en is ontstaan als een doorbraak uit enkele bekenstelsels, vermoedelijk in de 4 eeuw. Er was toen ook al ruimschoots bewoning. De oorzaak is dat de Berkelmonding, tussen Arnhem en Doesburg en later tussen Arnhem en Zutphen, bij hoge waterstanden steeds meer water ging bevatten. Zo kreeg de IJssel in de loop van tijd steeds meer betekenis in de waterafvoer en is ook steeds verder gekanaliseerd. De laatste kanalisatie was in 1959. Vanafbegin deze eeuw zijn Rijkswaterstaat en de waterschappen bezig met het graven van nevengeulen. Brummen ligt tussen Zutphen en Dieren op korte afstand van de rivier de IJssel.  De omgeving waar Brummen in ligt wordt al duizenden jaren bewoond. Over de oudste geschiedenis is echter weinig bekend. De naam “Brummen” duikt voor het eerst op in een oorkonde waarin een aantal landerijen geschonken worden van graaf Wrachari aan Liudger. In die oorkonde wordt gesproken van Brimnum, in 794. Dit jaar wordt ook aangehouden voor jubilea. Het jaarlijkse feest, nog steeds gevierd, noemen we ‘’Sint Jans Gilde Brummen.’’

 

 Hoeve Cortenoever
Voordat onze boerderij werd verplaatst boerde daar de 3e generatie’’. Tijdens de generatie van mijn ouders is het bedrijf ontmengd van akkerbouw en melkvee naar alleen melkvee. Circa tien jaar geleden kwam de provincie bij ons praten over mogelijke verplaatsing. Na een aantal jaren van plannenmakerij is onze nieuwe ‘’Hoeve Cortenoever’’ gebouwd.’’

Ons nieuwe huis
‘’
De complete nieuwbouw gaf ook voor ons huis de gelegenheid bijzondere architectuur toe te passen, passend bij de dijk en verdere omgeving. Het is een combinatie geworden van natuurlijke materialen en innovatie. De slaapkamers bevinden zich onder een aardse wal en hebben een constant klimaat. Ons woonhuis biedt de gelegenheid om boven te wonen met naar alle kanten uitzicht, ook over de IJssel.’’

Naar een mestsysteem dat de bodem voedt
‘’
Gezien de te verwachten ontwikkelingen zagen we met onze bouwplannen toekomst in mest scheiden bij de bron. Onze stal is daarom voorzien van een mestscheidingssysteem. Er zijn verschillende kelders onder de stal aangebracht die zijn bedoeld voor de opslag van urine, in vaktermen gieropslag. Er is ook een kelder voor de opslag van regenwater voor het uitwendig schoonmaken van de stallen. Op de bodem van deze kelders liggen kilometerslange leidingen met kleine gaatjes erin waardoor met een soort compressor lucht wordt gepompt. Door zuurstof toevoeging aan de mest blijft de mest aerobe (zuurstofrijk) waardoor er minerale afbraak van de mest ontstaat en geen omzettingsprocessen die schadelijke gassen veroorzaken. De koeien lopen hier op een strakke emissiearme vloer die iets afloopt naar het midden en daar ligt een giergoot die verbonden is met de onderliggende kelders voor de opslag. De iets vastere mest wordt op gezette tijden weggeschoven door een schuif naar een mestscheider aan het eind van de stal. Van daaruit gaat de gescheiden mest naar de nabijgelegen loods om deels te worden hergebruikt als strooisel in de boxen na te zijn opgemengd met stro en paardenmest. Een ander deel wordt nu een beetje gecomposteerd maar voor de toekomst is het de bedoeling het in zijn geheel hiervoor te bestemmen. Het is de bedoeling de stalmest/compost vanaf 1 december toe te gaan dienen.’’

 

Denken vanuit de bodem.
‘’
We zijn de laatste jaren steeds meer vanuit de bodem gaan denken. De mest moet een zodanige kwaliteit hebben dat het bodemleven wordt gevoed. Met koude compostering blijven de voor de groei noodzakelijke schimmels in leven. We onderkennen dat we nog maar aan het begin van een traject staan waar we nog veel moeten bijleren. Daarom willen wij het composteren met een groep oppakken om van elkaar te leren. Ik heb in huis een hele stapel boeken liggen, die o.a. gaan over het wonder van bodem, die mij inspireren. Telkens als ik even tijd heb ben ik me erin aan het verdiepen. Het zijn o.a. de boeken: ‘’Verweven Leven’’ van Merlin Sheldrake, ‘’Mycorrihizale Schimmels’’ en hun toepassingen, ‘’Naar een duurzame Landbouw in 2040’ ’een nieuw perspectief, ‘’Biodivers Boeren, bodemvruchtbaarheid een zaak van biologisch denken.

Diversiteit is volgens mij dan ook de kracht binnen natuur inclusieve landbouw. Ons Engels raaigras heeft plaats gemaakt voor diverse kruidenrijke percelen en wij gebruiken geen gewasbeschermingsmiddelen meer op onze percelen. Ook heeft maisteeltplaatsgemaakt voor andere energierijke gewassen, zoals tarwe. ”Door onderzaai met kruidenrijk gras toe te passen onder de tarwe kan ik twee keer oogsten en mis ik maar een klein deel van mijn droge stofopbrengst per hectare ten opzichte van de 16 ton droge stof per hectare mais, die ik voorheen oogstte. De afgelopen jaren heb ik veel geëxperimenteerd met nieuwe teelten, gewassen en kruidenrijke grassen. De weerbaarheid van de bodem is volgens mij toegenomen. Diep wortelende rode klaver, chicorei, witte klaver, het grassoort kropaar, zwenkgras en luzerne helpen daarbij. De melkproductie is 7500 kg met 5 procent vet en 3,80 procent eiwit.

De voederhaag op de bufferstrook doet dienst als ‘vee-apotheek’. Twee keer per dag lopen de koeien langs de haag en selecteren zelf waar ze behoefte aan hebben.

Ik ben uit een stramien gestapt. Een stramien, waarin productie in het verleden de boventoon voerde. In dit stramien ben ik opgeleid, maar ondertussen heb ik de kracht van diversiteit leren kennen, ik hoop op een nieuw verdienmodel en een prikkel tot verandering.”

Voederhaag

‘’Een voederhaag op een bufferstrook doet voor ons dienst als vee-apotheek. Hier lopen de koeien twee keer per dag langs en ze selecteren zelf waar ze behoefte aan hebben. Ik zie nog wel mogelijkheden om dit verder uit te bouwen.’’


Educatienetwerk

‘’We zijn de komende tijd één van de 27 demobedrijven waar wij boeren, burgers en beleidsmakers graag inspireren. We zijn ook aangesloten bij een soort van educatienetwerk en tijdens fietsroutes vertellen we mensen over onze ervaringen.’’

Voedsel als ecosysteem
‘’
De ontwikkelingen in de maatschappij zijn ook wel enigszins te begrijpen. Het afhankelijkheidsgevoel van de lokale gemeenschap met de voedselproductie is door het globalisme en de industrialisatie min of meer verdwenen. Bewoners ervaren hun landschap niet meer als het ecosysteem dat hen voedsel brengt. Het geeft een ontwikkeling met verlies aan waarden en ook sociale samenhang. Het gevoel; het is onze omgeving, ons land, onze boeren is helaas verdwenen. In het werken aan een andersoortige, (tegen)beweging ligt een deeloplossing, het creëren van lokale voedselnetwerken. Binnen de marges van de mogelijkheden willen we hier graag aan meewerken.’’