Cultuurboerderij ‘’De Eerste’’
In de hoek van de driesprong Schelpenbol, Slootweg, tegenover de Slootvaart, nabij Slootdorp woont de familie Nieuwhof. Ze hebben er een akkerbouwbedrijf van 100 hectare, grotendeels eigendom. Ze telen aardappelen die worden verwerkt tot chips, verder suikerbieten, witlofwortels, spinaziezaad en wat granen betreft, tarwe en gerst. De meeste gronden, zandgrond, liggen rondom het bedrijf. Een deel ligt aan een andere weg.
Geschiedenis Wieringermeer
Jeroen Nieuwhof; “Ons mooie gebied wat nu de Wieringermeerpolder wordt genoemd, was omstreeks 1000 jaar geleden gewoon land en wat oppervlakte betreft groter dan de tegenwoordige polder. Door de vele stormen in de 12e eeuw schijnt het gebied onder water te zijn gelopen en onderdeel van de zee geworden. Door het gebied liepen de stroomgeulen van het Ukediep en de Amstel. Tijdens de watersnood van 1916 kwamen grote delen van Noord- Holland onder water te staan, dit was een stimulans voor nieuw beleid. Dr. Lely was minister van Waterstaat en hij voerde in 1918 de Zuiderzeewet in. Daarin werd besloten een dijk aan te leggen van de Noord-Hollandse kust door het Amsteldiep naar het eiland Wieringen en vandaar naar de Friese kust bij Piaam, traject Afsluitdijk. Er werd ook een stuk zee aangewezen geschikt voor drooglegging, de Wieringermeer. Deze viel droog in 1930 en daarmee begon een periode om het land klaar te maken voor de landbouw. De overheid bemoeide zich intensief met werving van bedrijfsboeren die uit een groot deel van Nederland kwamen. De eerste 70 boeren kregen een vast weekloon van 40 gulden en er werd gekozen voor het Friese boerderijtype. Er ontstond snel een nieuwe gemeenschap, veel verenigingen werden opgericht, een melkcontrolevereniging, een fokvereniging en boerenleenbanken. Met hard werken probeerde men van de landbouwcoöperaties een succes te maken. Tijdens de tweede wereldoorlog, op 17 april 1945, blies de Duitse bezetter de Zuiderzeedijk op en liep de Wieringermeer weer onder water. Enkele dagen ervoor werden de bewoners gewaarschuwd. Ruim 7000 bewoners en onderduikers moesten vluchten naar droge en veilige gebieden. Het duurde tot ver in de jaren 50 voor alles weer was opgebouwd.’’
Historie bedrijf
‘’Mijn overgrootvader kwam omstreeks 1932 naar de Wieringermeer polder vlak na de eerste drooglegging. Dat was aan de Hoornsweg, ze hadden daar op enig moment een pachtboerderij. In april 1945 zijn ze vanwege de overstroming, veroorzaakt door de Duitsers, vandaaruit geëvacueerd. Op deze plek, aan de Slootweg, ben ik de derde generatie. Mijn grootvader Dirk Nieuwhof kwam hier in 1949 met zijn vrouw na de tweede drooglegging. Ze pachtten er het bedrijf ‘’Cultuurboerderij De Eerste’’, zoals die werd genoemd. De boerderij had geen beste naam, slechte schrale stuifgevoelige zandgrond. In de loop van de jaren is dat enorm verbeterd. Mijn grootouders en ook mijn ouders hebben er alles aan gedaan om de grond vruchtbaar te maken. In de beginperiode was een gemengd bedrijf verplicht, mijn grootvader had hier melkkoeien en akkerbouw. Mijn vader heeft het bedrijf in 1983 overgenomen en is toen overgeschakeld naar akkerbouw. In 2021 heb ik het gehele bedrijf weer van mijn vader overgenomen en is hij uit de maatschap gestapt. Ik ben blij dat ik die kans heb gekregen. En ik hoop een mooie toekomst op te bouwen.’’
Werken aan een goede bodem
‘’Ik ben leergierig en ik wil graag veel meer over de bodem leren. De kwaliteit van de bodem is een belangrijke factor voor de opbrengst en de kwaliteit van de gewassen. Ik denk daarbij ook aan de toekomst van de aarde. Ik maak hiertoe graag gebruik van de gratis adviezen van coaches die via Landbouwportaal Noord-Holland op bezoek komen. Het is belangrijk te ontdekken waar de zwakke plekken in de percelen zitten en nog belangrijker wat ga je eraan doen? Blijft er te lang regenwater op bepaalde plekken staan, dan is waarschijnlijk de ondergrond verdicht. Op verschillende plekken hebben we samen met een coach met een schop in en onder de bouwvoor gekeken. De bouwvoor leek vaak goed, eronder kleurde die soms blauw. Dat duidt op weinig zuurstof en ijzervorming. Met een gemengde groenbemester van klaver en/of kruiden wordt wortelvorming in diepere lagen bevorderd en ze geven voeding aan schimmels en bacteriën. Die gaan bodemverdichting te lijf, er komt meer zuurstof in de bodem.
De bodembiodiversiteit die ontstaat pakt de verdichting aan. Met meer en diepere beworteling stijgt ook het organische stofgehalte. Elke procent stijging levert een extra watervasthoudend vermogen van 7 mm neerslag per hectare. Uitgerekend over ons gehele bedrijf is dat 7000 kuub water. Een belangrijk punt: ‘’bestendiger in natte periodes en minder droogtegevoelig in droge periodes.’’
Gezamenlijke aanpak
‘’Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier investeert veel geld in het programma ‘’Samenwerken aan Bodem en Water’’. Uit Europa komt eenzelfde bedrag en de boeren leggen zelf twintig miljoen euro, het grootste deel op tafel. Met deze pot hopen de waterschappen, (ook Amstel, Gooi en Vecht doen mee) provincie, LTO Noord, vier agrarische collectieven en KAVB (Bloembollentelers) de 3000 agrariërs te stimuleren tot verbetering van een gezonde en natuurlijke omgeving waar landbouw kan floreren en biodiversiteit wordt bevorderd. De maatregelen spitsen zich toe op verbetering van de bodemstructuur, waterkwaliteit, vermindering van de bodemdaling en verzilting en het veerkrachtiger maken van de waterhuisding. Agrariërs kunnen zich op vijf thema’s laten adviseren door coaches: erfafspoeling, duurzaam bodembeheer, gewasbeschermingsmiddelen, voldoende zoet water en inrichting en beheer van percelen en oevers.’’
Chips aardappelen telen
‘’Een belangrijke kurk waarop ons akkerbouwbedrijf drijft, is de teelt van aardappelen voor de verwerking tot chips. Deze onderscheidt zich duidelijk van de teelt van consumptie en die voor friet. Logistiek ligt ons bedrijf heel gunstig, de fabriek ligt op 30 km afstand. We hebben onze krachten hiertoe gebundeld in een telersvereniging. Samen met de afnemer maken we afspraken over de prijs, areaal en welke soorten we waar en hoeveel telen. Het ligt voor de hand dat we vanwege een fabriek in de nabijheid, in onze polder relatief veel chips aardappelen telen. Wat de teelt betreft, we proberen ons gewas zo lang mogelijk groen te houden. Soms sta je voor dilemma’s, met een geklapt product/loof heb je eerder groene knollen en ganzenschade. Minder stikstof toedienen helpt het afsterfproces. Dat is lastig omdat ik bij gebruik van organische mest juist met stikstof wil bijsturen.”
“Naast het telen is de kwaliteit van bewaring en opslag van groot belang. We blijven de kwaliteit van de aardappelen monitoren gedurende de opslagperiode. Ze worden bewaard op een temperatuur van 8 tot 10 graden om versuikering te voorkomen. Opdelen in compartimenten kan helpen om het beheersbaar te houden. Er komt veel kennis en vakmanschap bij kijken om o.a. voortijdige kieming te voorkomen en kieming willen we niet, ze zijn voor de verwerking ten behoeve de consumptie.’’
Overstap naar biologisch
‘’Ik wil graag de overstap naar een groter areaal biologisch maken. Naast het verbeteren van de bodem, ben ik op bescheiden schaal gestart met biologische teelten. Aardappelen wisselen we wat vruchtwisseling betreft om de vier jaar en willen we naar biologisch dan zal dat om de 6 jaar moeten. Dat zal het voorlopig nog niet worden. Van het totale areaal is nu 30 hectare omgeschakeld naar biologisch We telen rode- en gele zaaiuien, doperwten en graansoorten, met sperziebonen en pompoenen hopen we ook aan de slag te gaan. Ik zie een toekomst voor me met een verdere afbouw van gewasbeschermingsmiddelen en zonder kunstmest. Misschien moeten we terug naar oude graansoorten van vroeger? Het stro als bijproduct van de graanproductie gaat naar een biologische veehouder in Friesland en het komt terug als stalmest. Verder nemen we mest af van een biologische varkenshouder uit de omgeving.
Al met al een mooie stap richting kringlooplandbouw. Door dieper wortelende gewassen af te wisselen met minder diep wortelende gewassen hopen we, dat fosfaat zich van ijzer losmaakt, opneembaar wordt voor de plant (fosfaatfixatie aanpakt).’’
Akkerrandenbeheer en vogelsoorten.
‘’Wat akkerranden en bloemenranden betreft, hebben we hier minder goede ervaringen. Na enige jaren kwam er grote overlast van ratten en muizen en we zijn beducht voor een grotere onkruiddruk. In het nieuwe GLB-stelsel waarbij teeltvrije zones van 3 meter verplicht worden denken we aan een soort van klavermengsel en het dan maar één keer per jaar te maaien. Wat vogels betreft hebben we hier veel meeuwen, kraaien, ganzen en als wat meer gewilde soorten: fazanten, patrijzen en gele kwikstaarten.’’