
Boerderij familie Roetman
Aan het eind van de Rechterveldweg, nabij de N50 en dichtbij het Ketelmeer, ligt het melkveebedrijf van Carolien- en Jan Anne Roetman. Ze runnen het bedrijf samen als gezin en vader Jan doet ook nog veel voorkomende werkzaamheden. Ze hebben ongeveer 85 melkkoeien met bijbehorend jongvee. De koeien worden gemolken in een visgraatmelkstal. Verder fokken ze stiertjes voor de fokkerij met als doel verkoop aan melkveebedrijven. Rond de boerderij ligt een mooi areaal vruchtbare rivierkleigrond. Er wordt hard gewerkt aan een gezonde bodem, een belangrijke basis voor goede voerkwaliteit. Natuurbeheer is ingebed in de bedrijfsvoering en er is volop aandacht voor weidevogels en het grootbrengen van hun jongen. Akkerranden worden ingezaaid met bloemenmengsels.

Historie Kampereiland
Jan Anne: ‘’Omstreeks 1363 werden de eilanden in de IJsselmonding door de Utrechtse bisschop Jan van Arkel aan de stad Kampen geschonken. Dit was in ruil voor de rechten van de stad Kampen in de polder Mastenbroek. Kampen sloot hiermee een goede deal want ook de uitbreidingen van de eilanden in de Zuiderzee vervielen aan Kampen. Door ophopingen tengevolge van de golfslag en inpolderingen breidde Kampen haar oppervlakte grond in de loop van de eeuwen behoorlijk uit en het uiteindelijke agrarische grondbezit van de gemeente bedroeg 5000 hectare. Daarbij kwamen nog de Mandjeswaard 600 hectare, de Pieper 200 hectare, de polders Broeken en Maten en het buitendijkse de Melm. Dit alles werd aangeduid als het begrip ‘’Kampereiland’’.”
“Het leidde tot winstgevende pachtinkomsten, zo goed zelfs dat het kon zorgen voor een goed vestigingsklimaat en periodiek kon de gemeente functioneren zonder het heffen van belastingen. In 2007 droeg de gemeente het eigendom van haar gehele bezit over aan Kampereiland Vastgoed B.V. als enige aandeelhouder. Door stadsuitbreidingen, wegenaanleg e.d. is het totale areaal nu nog 4000 hectare. In de 20e eeuw kreeg het eiland haar tegenwoordige vorm. Het Rechterdiep werd gedempt, het Noorddiep werd bij de IJssel afgesloten en het Kattendiep werd gegraven. Wat landschap betreft is het Kampereiland onderdeel van het Nationaal Landschap IJssel delta. Het typerende voor Kampereiland is dat veel boerderijen op terpen zijn gebouwd vanwege de vele overstromingen in het verleden. Op het Kampereiland zijn ongeveer 100 agrarische erven, deels ook met woonbestemming en 100 burgererven.’’

Geschiedenis bedrijf
‘’Onze bedrijfsgebouwen staan op een gedeelte van het gedempte Rechterdiep. Dit heeft in de crisisjaren plaatsgevonden in het kader van de werkverschaffing. Mijn grootvader is op deze plek dan ook begonnen met een nieuwe boerderij. Dat was toentertijd een gemengd bedrijf met koeien, kippen, granen en aardappels. Mijn vader en moeder hebben het eind jaren zeventig overgenomen van mijn moeders ouders. Dat was in de tijd dat het melkbussentijdperk werd afgesloten. Zij hebben zich toen gespecialiseerd op de melkveehouderij en de fokkerij. Mijn vader heeft veel kennis over de fokkerij ontwikkeld en ging regelmatig op pad naar fokveekeuringen. In 2016 hebben Carolien en ik het van mijn ouders overgenomen.

De fokkerij zit in ons bloed en de liefhebberij ervoor heb ik van mijn ouders meegekregen. Dat betekent dat we in de voetsporen van mijn vader verder zijn gegaan en nu ook trouwe bezoekers zijn met ons vee bij de keuringen. Daarbij gaan we ook naar kalver opfok keuringen. Voor onze drie jongens van resp. 11, 9 en 7 jaar is het een mooie beleving om met hun eigen gewassen en opgemaakte kalveren naar de keuringen te gaan.’’
Ons graslandbeheer en bemesting

‘’Met een collega akkerbouwer wordt grond geruild, hij neemt een deel van onze mest af en wij ontvangen stro van hem om als strooisel te gebruiken. Zo doende hebben we ook een deel vaste mest, weer goed voor de bodem. We proberen ons grasland te verklaveren en kruidenrijker te maken. In het verleden heb ik mij, samen met een groepje, verdiept in de kringlooplandbouw. Je leert overal wat en steekt van alles op, het meest leer je hierbij van anderen. Ik heb ook meegedaan aan het Bokashi project. Het betekent goed gefermenteerd materiaal. De proef bestond uit het aanmengen van slootafval met vaste mest. Voor dit afval hadden wij een ontvangstplicht maar geen opruimplicht. Hiermee verloren wij echter te veel stikstof. We begonnen met bv 50 ton en dat verminderde al snel naar 30 ton, genoeg voor slechts enkele hectares.

Te kleinschalig voor ons in de praktijk. Het had een rol voor het waterschap kunnen zijn, opschalen en alle schone slootafval fermenteren bij boeren op het erf. Het zijn projecten waar ik als jonge boer veel van heb geleerd.’’
Vroeger rond het Keteleiland
Senior Jan Roetman vertelt: ‘’45 jaar geleden toen ik hier op de boerderij kwam van mijn schoonouders en mijn vrouw en ik het bedrijf hebben overgenomen, zag het er hier op het Kampereiland nog heel anders uit. Nog geen doorsnijding van de N50, waar nu dagelijks duizenden auto’s langskomen en stikstofoxide uitstoten. Het kaartje van Van der Wal in 2022 hield daar geen rekening mee (voor ons 70% reductie). Er waren amper roofvogels, wel volop weidevogels zoals kievieten, grutto’s, scholeksters en tureluurs. Ik heb zelfs een keer een paar Friese eierzoekers, die zonder toestemming aan het zoeken waren, weggestuurd. De weidevogels bleven tot eind jaren negentig. De Balgstuw kwam, er werden eilandjes aangelegd in het Ketelmeer en er kwam ander natuurbeheer. De rietlanden, groot 180 hectare buitendijks van het Kampereiland en Mandjeswaard, grenzend aan het Ketelmeer en het Zwarte Meer, leverden een goede opbrengst riet en voor de gemeente Kampen 18.000 gulden pachtopbrengst.

De riettelers wisten er met hun vakkundigheid een goede kwaliteit riet af te halen! Daar hoorde ook het regelmatige rietbranden bij. Helaas voor de riettelers werd hun de pacht opgezegd. De natuurlobby en de vogelbescherming kregen veel invloed, er werd zelfs een uitkijktoren gebouwd.Rietbranden nodig voor goed onderhoud, mocht niet meer. De kwaliteit ging mede daardoor achteruit. Volgens de oud-pachters kwamen er 1000 bosjes goede kwaliteit riet af per hectare, het water was waarschijnlijk voedzamer.

Doordat het riet niet meer werd geoogst, kwam er boomopslag. Het is verworden tot bos, dat in de verte is te zien. Heel jammer, een gebied met rietcultuur is verloren gegaan. Nu komt er volop riet uit China. De karekiet en de roerdomp kwamen hier toen zelfs al voor. Nu zitten er ook buizerds, kiekendief, de zeearend broedt hier, er is een reeën populatie en tot grote ergernis heel veel grauwe ganzen.’’
Ons beheer nu op het Keteleiland
Jan Anne: ‘’In 1940 ontstond het 48 hectare groot Keteleiland waarvan anno 2023 een klein deel valt onder agrarisch natuurbeheer. Het ligt in de monding van de IJssel en is ontstaan nadat dit deel werd afgesneden van het Kampereiland door het graven van het Kattendiep. Het is een onbewoond eiland en er heeft zich een veelzijdige vegetatie ontwikkeld. In de zomer meren er wel plezierboten aan die er overnachten. Het maakt deel uit van het Natura 2000 gebied. Langs een deel van de oevers bevindt zich ondoordringbaar riet, het is dus niet overal even begaanbaar. Er zitten reeën, steenmarters, bunzings en bevers. Verder heel veel ganzen, ook uilen, kraanvogels en zelfs de zeearend broedt er. Sinds een tiental jaren laten wij er in de zomer onze pinken grazen.

Voor ons is het wel erg bewerkelijk, het vee moet er met een ponton naar toe worden gebracht en weer worden opgehaald. Ook machines, trekker met maaier, balenpers en het gewonnen voer moet met de ponton worden overgevaren. Ook voor het toezicht moeten we heen en weer! Arbeidsintensief maar wel een mooie bezigheid.’’
Leefbaarheid
‘’Als agrariërs zijn we onderdeel van de totale gemeenschap op Kampereiland en met elkaar constateren we dat we hier in dit unieke gebied een aantal uitdagingen hebben. Hiertoe hebben we ons verenigd in Vereniging Streekbelangen Kampereiland. Aan onze bestuurders proberen we duidelijk te maken dat de leefbaarheid van het gebied dreigt af te brokkelen omdat het aantal inwoners daalt. Behoud van kerk, school en verenigingsgebouw zijn cruciaal voor de leefbaarheid van het gebied. Daarnaast is er behoefte onder jongeren om op Kampereiland te blijven wonen. Er zijn echter de afgelopen decennia geen nieuwe woningen bijgebouwd.

Ook willen wij als Kamper eilanders graag dat het pachtsysteem zo wordt aangepast dat modernisering en bedrijfsuitbreiding makkelijker wordt.’’
Toekomstperspectief
‘’De bedrijven op Kampereiland zijn allemaal pachtbedrijven en ze zijn gemiddeld wat kleinschaliger dan in de rest van Nederland. We voorzien geen verstedelijking en ook niet dat het omgezet moet worden in natuur. We willen graag rustig door ontwikkelen. Nog wat meer gronden met klaver en kruiden inzaaien.’’