Boerderij Cultura
Aan de Sluisweg aan het Noord-Willemskanaal in de omgeving van Tynaarlo, in het noordelijkste puntje van Drenthe, tegen de provincie Groningen aan, woont de familie Koekoek. Ze hebben er een gemengd bedrijf met 120 melkkoeien en bijbehorend jongvee. Daarnaast is er de akkerbouwtak waar aardappels en tarwe wordt geteeld. Het bedrijf wordt gerund door vader Henk, zoon Jan en dochter Annemiek, die landelijke bekendheid heeft gekregen door het televisieprogramma ‘’Boer zoekt vrouw’’. Voor de hobby worden er enkele paarden gehouden.
Geschiedenis Tynaarlo
Annemiek: ‘’uit verschillende bronnen blijkt dat Tynaarlo één van de oudste dorpen van Drenthe is. Het dorp is al ontstaan in het jaar 820. In dat jaar was het gebied dat we nu kennen als het dorp Tynaarlo eigendom van ene Theodgrim, een grootgrondbezitter. Theodgrim nam een bijzonder besluit: hij schonk zijn hele bezit aan een klooster in Duitsland. In de oorkonde waar dit in staat, wordt Tynaarlo Arlo genoemd. Volgens een zekere Willem van der Meij was Theodgrim weduwnaar en ging hij daarom het klooster in en gaf het dorp als ‘’intredegift.”
Vanwege het kloosterlijk eigendom kwamen Duitse monniken jaarlijks naar Tynaarlo om de pacht te innen. Ze legden een weg aan van Coevorden naar Tynaarlo. Over deze weg trokken ook handelaren en daarom was Tynaarlo aan het eind van de middeleeuwen het grootste dorp in het ‘’kerspel Vries’’. Dat veranderde in de tijd van Bommen Berend. Deze Duitse bisschop viel in de tweede helft van de zeventiende eeuw twee keer Nederland binnen. Hij stak in Tynaarlo bijna alle boerderijen in brand en vermoordde de boeren. Volgens Van der Meij was dit funest en duurde het wel honderd jaar voor het dorp weer groeide. In 2020 werd het 1200-jarig bestaan van Tynaarlo als reünie gevierd in een feesttent.
Het Noord-Willemskanaal is genoemd naar koning Willem 2. Na te zijn gegraven werd het in 1861 opengesteld, het heeft een lengte van van 38 km en het vormde destijds de scheepvaartverbinding tussen de Drentse Hoofdvaart en de stad Groningen. Het kanaal heeft een hoogteverschil van 10 m waarvoor drie sluizen zijn aangebracht. Het was heel belangrijk voor het transport van turf en andere producten.’’
Zesde generatie
‘’Onze boerderij is hier gesticht omstreeks 1900 en kreeg in 1930 de naam ‘’Cultura’’. Ik ben hier nu de zesde generatie, ik wil de boerderij graag overnemen en zie het als een manier van leven, het is geen baan van acht tot vijf. Ik werk dan ook met veel plezier 60 uur per week. Mijn opa Anko, vader Henk en een goede vriend Geert runden jarenlang het bedrijf met hun drieën. Mijn oma woont vlakbij ons, haar woning grenst aan ons land, ze helpt nog steeds mee. Ze is op en top boerin. Als we zomers druk bezig zijn, zet ze koffie en maakt ze eten voor ons. Nadat ik terugkwam van mijn stage uit Amerika gaf Geert aan dat hij wilde stoppen en toen ben ik in het bedrijf gekomen. Wat opleiding betreft heb ik het MBO in Groningen gevolgd, daarna de HBO in Leeuwarden.
Daar kreeg ik ook de lessen in recht, politiek, marketing, communicatie en financieel management. Daar heb ik veel geleerd en het helpt mij de complexe situaties waar we mee te maken hebben, te overzien. We hebben onze taken verdeeld, mijn vader doet het landwerk en de akkerbouw en mijn passie ligt wat meer bij het vee. Sinds een aantal jaren werkt mijn broer Jan ook mee in het bedrijf, hij runt daarnaast een transportbedrijf met een eigen vrachtwagen voor o.a. het transport van bieten.’’
Onze bedrijfsvoering
‘’Bij onze boerderij is ruim 60 hectare in eigendom, overwegend zandgrond, daarnaast is er nog 25 hectare pachtgrond. De te beweiden percelen bestaan uit grasland met veel klaver erin, belangrijk voor een goede stikstofopname. Ze worden gemolken in een achtstands visgraatmelkstal.
Onze koeien zijn van het Holstein Frisian ras. De melkproductie ligt rond de 9500 kg. Ik hou van een homogene veestapel. Bij de stierkeuze letten we vooral op duurzaamheid. We willen graag een koe die lang meegaat. Het ureum getal in de melk is gemiddeld over het gehele jaar 18, iets onder het landelijke gemiddelde. De akkerbouw bestaat uit zetmeelaardappelen, granen en snijmais voor de voeder- winning. Het maaien, inkuilen en mest uitrijden doen we zelf. Het hakselen van de mais laten we doen door een loonbedrijf.’’
Sociaal media
‘’Ik kan me enorm opwinden over het gebrek aan kennis over onze landbouw. Daarom vertel ik graag ons verhaal. ‘’Iedereen hoort te weten, zonder boeren geen eten’’. Maar ik vind het ook gewoon erg leuk om ons eigen boerenbedrijf via Social media te delen met anderen, om te laten zien wat erbij komt kijken. Pinken voeren, kalfjes verhokken, stallen opstrooien, mest ruimen, de afrastering repareren, aardappels poten, maïs zaaien, maaien, melken, oogsten.
Lokaal eten en leven met de seizoenen is gewoon het allermooist.’’ Meest positief gelukkig! Met uitzondering van sommige veganisten, die vinden dat ik niet de waarheid spreek. Ik ben best bereid naar hun argumenten te luisteren, heb zelf ook vriendinnen die vegan zijn. Ik geloof echt dat voedsel van eigen bodem, vlees en zuivel het allerbeste is voor ons milieu. Het IPCC (Intergovernmental Panel on Climat Change) heeft in haar rapport aangegeven dat de effecten op het milieu van melkkoeien altijd met een factor drie tot vier zijn overschat. Dus waarom zouden we ons onze heerlijke vlees- en zuivelproducten hiervoor ontzeggen?’’
Kloof tussen stad en platteland
‘’Doordat de meeste mensen in de Randstad geen idee meer hebben van het boerenleven, is er een kloof ontstaan tussen stad en platteland. Mensen in de Randstad hebben een ouderwets idee van boeren. Vaak hoor ik vooroordelen als: ‘’boeren zijn dom en ze stinken, jullie vernielen natuur en zijn slecht voor jullie dieren.”
Daarom ben ik blij dat steeds meer collega’s laten zien wat we doen en wie we zijn. Door de promotionele actie van Friesland Campina heb ik vorig jaar mee mogen doen aan het filmpje A New Day. In het filmpje wordt het verhaal van drie jonge boeren getoond. Mijn verhaal zit er ook mooi in verwerkt. Het verhaal van een boerin die de wereld rondgaat en er uiteindelijk achter komt dat ze alleen maar boerin wil worden in Nederland. Ik heb zoveel ontroerende reacties gekregen op dit filmpje. Lang niet iedere Nederlander heeft meer een boer in de familie en daarom is het zo belangrijk dat we onszelf laten zien.’’
Zoete inval
‘’Ik woon bij mijn vader op de dam en het is hier vaak een zoete inval van familie en anderen. Je treft mij zelden alleen, meestal eten er wel mensen mee; stagiaires, melkers op de boerderij. Buren die een paar keer per week koffie komen drinken. Ik houd daarvan, vind het heerlijk! Ik ben ook een beetje ” beestengek “. Regelmatig kwam de vraag ‘’Is je vader er ook, meisje?’ Of: ‘Kan ik je man even spreken?’ Dat vroegen mensen in het begin wel eens aan me, als ze ons erf opkwamen. Ze verwachten geen jonge vrouw in dit vak. Er zijn sowieso weinig boerderijen in Nederland die worden geleid door een vrouw. Maar ik weet mijn hele leven al dat ik iets met dieren wil doen, en dat ik hier, aan het Noord-Willemskanaal wil blijven wonen, ook als ik straks zelf een gezin heb.
Mijn vader woont vóór, ik achter op de boerderij. Mijn moeder – m’n ouders zijn al lang geleden gescheiden – staat als docente biologie en natuurkunde voor de klas in Groningen.’’
Oproep tot verdieping
Ik roep de mensen dan ook op om bij het maken van keuzes, zich in het gehele verhaal te verdiepen. Kijk naar de afstanden die het heeft afgelegd. Waarom aardappels uit Egypte en appels uit Nieuw-Zeeland? Kies voor groente, aardappelen en fruit van eigen bodem. Veel gronden wereldwijd zijn niet geschikt voor landbouwproductie. Daar waar ze er wel voor geschikt zijn kan vaak ook nog geen akkerbouw plaats vinden vanwege het heuvelachtige karakter dat al snel tot erosie leidt. Het bewerken van de grond kan gemakkelijk leiden tot het wegspoelen van de teeltaarde. Een grasmat is een uitkomst, die dekt de bodem af met een soort van stevig tapijt. Begrazing zorgt ervoor dat het tapijt, de grasmat in stand blijft. In andere gebieden hebben de landbouwgronden nogal eens een rotsachtige ondergrond die grondbewerkingen onmogelijk maken. In Nederland zijn ook de meeste veenweidegebieden ongeschikt voor akkerbouw, hier is het tevens de grasmat die zorgt voor een stevig tapijt op de venige sponsachtige ondergrond.’’
Waarom onthoornen
‘’De koeien hebben geen horens Deze opmerking kreeg ik onlangs een keertje en het klopt! Toen ik begon met boeren heb ik hier veel over gedacht, is het echt nodig om ze te verwijderen? Onder koeien is er net als bij veel andere dieren een rangorde die regelmatig bevochten wordt. Grote stevige horens zijn hiertoe een medebepalende factor. Daarom ben ik wezen kijken bij boeren met gehoornde koeien. De wonden en littekens die je bij zulke koppels ziet vond ik niet aanlokkelijk. Daarop heb ik besloten dat ik dat niet wil! Dus van nu af aan worden mijn kalfjes nog onthoornd onder verdoving door mijn veearts.
In de toekomst is dit waarschijnlijk niet meer nodig. We gebruiken een stier die hoornloosheid vererft in de hoop dat daardoor kalveren zonder horens geboren worden!”
Toekomst
De afgelopen twee generaties is ons boerenbedrijf enorm gegroeid. Met de groeiende wereldbevolking en een tekort aan landbouwgrond denk ik echt dat Nederland zijn steentje bij moet gaan dragen in de wereldvoedselvoorziening. Toch heb ik gek genoeg nog het idyllische plaatje in mijn hoofd, koetjes in de wei vogeltje erbij! Graag zal ik hetzelfde aantal koeien blijven melken of zelfs nog iets krimpen. De komende jaren wil ik mij inzetten om de biodiversiteit te verbeteren met klaver en kruiden waardoor bv. vlinders en bijen meer kansen krijgen. Ik geniet van de vogels, van hun kleuren en hun gezang.
We zitten niet in weidevogelgebied maar we hebben hier wel veel hazen een aantal reeën en zelfs een das. Met de politieke onrust en het geharrewar maak ik me soms zorgen over onze sector. Maar ieder mens moet eten en zolang wij dat eten produceren zal er een toekomst voor ons blijven!